De Liga voor Mensenrechten verheugt er zich
over dat regering en parlement de jongste dagen in twee politieke
dossiers hebben rekening gehouden met de kritiek zoals die
o.m. werd geuit door de Liga.
Het eerste dossier betreft het wetsvoorstel ingediend door
Senaatsvoorzitter Armand De Decker c.s. dat ertoe strekt het
verbod op privé-milities te verruimen tot een verbod van particuliere
organisaties die o.m. controle willen uitvoeren op de politiediensten.
Dit wetsvoorstel had in feite tot doel de zogenoemde burgerpatrouilles
van de Arabisch-Europese Liga te bestraffen en uit te schakelen.
De Liga voor Mensenrechten heeft dit voorstel beoordeeld als
ondoelmatig, overbodig en gevaarlijk. Een democratische controle
op de werkzaamheden van de politie moet niet worden gecriminaliseerd,
maar veeleer verruimd. Met dit wetsvoorstel dreigden alle mensenrechtenorganisaties
ernstig te worden beperkt in hun mogelijkheden tot actie. De
indieners van het wetsvoorstel hebben nu wijselijk beslist
de parlementaire behandeling van hun voorstel "sine die" uit
te stellen, wat zeer sterk lijkt op een "terug naar af".
Het tweede dossier betreft het onzalige idee van de ministers
van binnenlandse zaken en van landsverdediging om aan de Belgische
strijdkrachten politietaken toe te vertrouwen. Deze vermenging
van opdrachten van externe én interne beveiliging is onverenigbaar
met de grondslagen van een democratische rechtsstaat.
De wijze van gezagsuitoefening, de inzet van de middelen, de
politieke controle en de verwevenheid met buitenlandse engagementen
zijn bij politie en leger dermate verschillend, dat de organisatie
van een onderlinge samenwerking bijzonder problematisch is.
Overigens zijn alleen in dictatuurstaten legertroepen bestendig
aanwezig in het straatbeeld. Blijkbaar heeft de regering nu
het passend besluit genomen om de voorgestelde "integratie" van
leger en politie af te blazen.
De bestaande wettelijke mogelijkheden van een beroep op het
leger in vredestijd, bijvoorbeeld voor hulp bij rampbestrijding,
volstaan ruimschoots om de "dienst aan de natie" door het leger
waar te maken.
De Liga voor Mensenrechten prijst zich gelukkig dat de kritiek
vanuit mensenrechtelijke hoek werd gehoord en ernstig genomen,
maar betreurt dat het nodig was om in beide dossiers, een democratische
rechtsstaat onwaardig, aan de boom te schudden.