Een gemiste kans voor de jeugdbescherming
23 maart 2006
De jeugdbeschermingswet van 1965 onttrekt minderjarigen aan het strafrecht. Jongeren kunnen niet op dezelfde wijze als volwassenen verantwoordelijk gesteld worden voor hun daden, en zijn meer gebaat met een opvoedende maatregel als met een straf. Een uitzondering hierop vormt de uithandengeving. Deze maatregel laat toe dat minderjarigen voor wie geen geschikte sanctie voorhanden is in het jeugdbeschermingsrecht naar de strafrechter doorverwezen worden. Ze worden er volgens het strafwetboek berecht en gestraft.
De uithandengeving is fundamenteel strijdig met de beschermingsgedachte. Enerzijds stelt men dat een aangepaste aanpak nodig is voor delinquente jongeren, anderzijds worden de jongeren die deze aanpak het meest nodig hebben buiten het jeugdrecht geplaatst.
Dit opiniestuk, geschreven door Astrid Thienpont (beleidsmedewerker Liga voor Mensenrechten), Carla Nagels (Ligue des droits de l'homme) en Sarah Van Praet (wetenschappelijk medewerker ULB), is in verkorte versie verschenen in De Standaard, 23 maart 2005.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.