Misdaad en Straf. Een reactie

22 augustus 2013

Een kanttekening bij de radiodocumentaire van Philip Heymans, gerechtsverslaggever bij de VRT.

Naar aanleiding van de radiodocumentaire "Misdaad en Straf" van Philip Heymans en bijhorende analyse, voelden we de nood om een kanttekening te maken. Want hoe goed sommigen er ook mogen uitkomen, het huidig systeem is voor de meeste gedetineerden (en hulpverleners, cipiers, magistraten,...) betreurenswaardig. En dat kan alleen maar beter, nietwaar?

Beste Philip Heymans,

Met veel aandacht en een zekere mate van plezier lazen we uw opiniestuk over de reeks “Misdaad en Straf”. In tegenstelling tot het deprimerend verhaal over recidive en hulpeloosheid en een gebrek aan geld en personeel, geeft u een blijk van waardering voor het systeem dat in bepaalde gevallen wel slaagt in zijn opzet. We zijn verheugd dat u aandacht schenkt aan de noodzaak aan consequente en voldoende begeleiding.

Het lijkt ons echter te vroeg om de zogenaamde vooruitgang die geboekt zal worden met de politieke beslissingen toe te juichen. Een studie van het Rekenhof uit 2010 heeft al uitgewezen dat, alle nieuwe gevangenissen die er in 2016 zullen staan incluis, er nog steeds een tekort van 900 cellen zal zijn. Dat de Forensisch Psychiatrische Centra voldoende antwoord zullen geven op de vraag naar nood aan zorg en niet zullen dichtslibben door een gebrek aan uitstroom, zal moeten blijken uit de keuze voor een uitbater. Dat er überhaupt werk wordt gemaakt van een realistische, werkende wet rond internering waarbij een terugkeer naar de gevangenis onmogelijk wordt gemaakt, is vooralsnog een utopie.

Er moet geïnvesteerd worden in gedetineerden, want daar winnen we als maatschappij veel meer bij dan de huidige manier van werken. Begeleiding is onontbeerlijk, zowel tijdens maar zeker ook na de detentieperiode. We zijn er dan ook van overtuigd dat het huidig systeem van bestraffen niet tegemoet kan komen aan de noden van de diverse groep gedetineerden. Er is nood aan differentiatie, nabijheid en kleinschaligheid.

Welk nut heeft het een gedetineerde af te zonderen van de maatschappij en de banden met zijn familie door te knippen? Welk nut heeft het om een first offender op cel te steken met een psychotische drugsverslaafde waardoor hij veel gehavender uit de gevangenis komt dan hij er ooit in kwam? Welk nut heeft het om een mens te laten wegkwijnen in een grote massa, waar het personeel de handen vol heeft aan het beheersen van de potentieel explosieve situaties en waar een handvol zorgverleners honderden aanvragen per week moet bolwerken?

Het is geen gebrek aan goede wil en de mensen die binnen de muren werken, verdienen ons uiterste respect. Maar we horen veel wanhoop. Zowel penitentiair beambten als directieleden, zowel psychiaters als moreel consulenten, zowel leden van de Commissies van Toezicht als de onthaalmedewerkers: allen gaan ze gebukt onder een systeem dat niet meer toereikend is voor de noden van de maatschappij en van het gros van de gedetineerden.

Want de maatschappij heeft er alle baat bij dat gedetineerden zich kunnen ontplooien, een opleiding kunnen volgen, kunnen afkicken van hun verslaving of er op zijn minst geen aanvatten binnen de muren, de relaties met hun ouders en kinderen kunnen onderhouden en van nabij opgevolgd worden door iemand die als enige taak heeft om hen vertrouwd te maken met de samenleving en hen daar een plaats in te geven.

Dat idee klinkt logisch en toch is het op dit moment zo onbereikbaar. Tenzij er wat politieke moed wordt bijeengeraapt om een proefproject voor De Huizen te laten lopen. Want dat project voorziet in alles wat u heeft gelezen. De Scandinavische landen hebben met hun lage recidivecijfers aangetoond dat kleinschaligheid en een zinvolle tijdsbesteding werkt. Hoe beangstigend het idee van een andere aanpak ook moge zijn, het kan niet slechter gaan dan nu.

Het is niet de bedoeling om het gevangeniswezen zoals we het kennen af te zweren. We beseffen maar al te goed dat sommige categorieën van gedetineerden niet gebaat is bij de aanpak van De Huizen. Maar onze gevangenissen zitten niet vol met Dutrouxs en Van Themsches, wel vol mensen met gemiste kansen, problematische opvoedingssituaties en weinig hoop op een toekomst. De manier waarop een samenleving het strafbeleid en de strafprocedures organiseert, bepaalt of ze wel of niet fatsoenlijk is, zo zei de Israëlische filosoof Avishai Margalit. Het moge duidelijk zijn na de talloze veroordelingen door het EHRM en de Europese instantie tegen folteringen en onmenselijke behandelingen (CPT) dat België wel wat lessen te leren heeft. Tijd voor een andere cursus?

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.