Nederlands als voorwaarde voor een sociale woning?
25 januari 2005
Vlaams Minister van Wonen en Inburgering Marino Keulen schaart zich achter het voornemen van drie Antwerpse sociale huisvestingsmaatschappijen om kennis van het Nederlands als voorwaarde te stellen aan kandidaat-huurders. Op dit ogenblik zou dergelijke voorwaarde in strijd zijn met het sociale huurbesluit. Minister Keulen werkt echter aan een nieuw sociaal huurbesluit en wil deze bijkomende voorwaarde nu in het besluit inschrijven.
Het stellen van taaleisen raakt uiteraard kandidaat huurders van vreemde afkomst. Nochtans verbiedt onze anti-discriminatiewet uitdrukkelijk elke discriminatie op grond van afkomst, nationale of etnische levensbeschouwing. Sinds het arrest van het Arbitragehof van 6 oktober 2004 is trouwens elke discrimatie, ongeacht de grond waarop ze is gebaseerd, niet toegelaten. Dus ook op basis van taal.
Een verschil in behandeling kan in welbepaalde gevallen wel, indien dit verschil “objectief en redelijkerwijs” te verantwoorden is. Dit is hier niet het geval. Kennis van het Nederlands zou wel kunnen bijdragen aan de leefbaarheid in de sociale woningen, maar het effect mag ook niet worden overschat. Allerlei andere problemen kunnen dit samenwonen ook bemoeilijken. Bovendien worden deze aan mensen die sowieso al behoren tot de sociaal meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Dit leidt tot onverantwoorde sociale uitsluiting. Kennis van het Nederlands is een belangrijk element voor integratie en kan bijdragen tot betere communicatie in sociale woonblokken. Deze overwegingen wegen echter geenszins op tegen het belang van een fundamenteel grondrecht zoals het recht op huisvesting. Het invoeren van taal als voorwaarde om dit recht te kunnen uitoefenen, zou een ontoelaatbare schending ervan betekenen.
Reageer
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.