Salduz-wet: Valentijnsarrest schenkt klare wijn
16 februari 2013
Het Grondwettelijk Hof heeft in haar arrest van 14 februari 2013 uitspraak gedaan over het beroep tot vernietiging dat de Liga voor Mensenrechten heeft ingesteld tegen de wet van 13 augustus 2011 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 september 2011), d.i. de zogenaamde Salduz-wet.
De Salduz-wet regelt het recht van een verdachte op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor door de politie of de onderzoeksrechter. De Liga voor Mensenrechten heeft op 5 maart 2012 bij het Grondwettelijk Hof een beroep ingesteld tot vernietiging van deze wet, onder andere omwille van het beperkte toepassingsgebied van de wet en het ontbreken van adequate waarborgen in de wet, opdat deze correct zou worden toegepast.
In haar arrest nr. 7/2013 van 14.02.2013 vernietigt het Hof gedeeltelijk de wet. Voorts wordt de wet uitgelegd op een wijze die meer in overeenstemming is met de Grondwet en met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens:
De Liga blijft er van overtuigd dat de Salduz-wet niet op alle vlakken tegemoet komt aan de rechtspraak van het Europese Mensenrechtenhof (EHRM), onder andere op het vlak van de bescherming van minderjarigen. Ongetwijfeld zullen zowel het Grondwettelijk Hof, als het EHRM de kans krijgen hierover in de toekomst uitspraak te doen.
Het Valentijnsarrest heeft de verdienste de bes]aande onzekerheid over de Salduz-wet weg te nemen en waarborgt een daadwerkelijke en loyale toepassing van de wet, niet in het minst door de verplichting de niet aangehouden verdachte bij aanvang van verhoor op de hoogte te brengen dat hij te allen tijde het lokaal mag verlaten en door de rechter te verplichten onregelmatige verhoren terzijde te schuiven. Het Grondwettelijk Hof herstelt aldus het evenwicht tussen de noodwendigheden van het strafonderzoek en de rechten van de verdachte.
De Liga herhaalt bij deze gelegenheid haar oproep om het universele recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) loyaal toe te passen. Alleen een correcte en loyale toepassing door de politie en de magistratuur van het recht op een eerlijk proces en van de Salduz-wet, zoals gewikt en gewogen door het Grondwettelijk Hof, kunnen de rechtszekerheid, de ordehandhaving en de rechten van verdachten én van benadeelden waarborgen.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.