Minister Flahaut kondigde gisteren aan zijn positief injunctierecht uitgeoefend te hebben in de TOTAL-zaak. Het onderzoek tegen de oliegigant was bevroren sinds 2003. Door de beslissing van de Minister moet het onderzoek hernomen worden waar het in 2003 stopte.

Op 22 april 2002 werd door enkele Birmaanse vluchtelingen bij de Belgische rechter klacht neergelegd tegen TOTAL. Door morele, politieke en financiële steun te bieden aan het Birmaanse regime maakte de onderneming zich medeplichtig aan dwangarbeid en staatsterreur. De klacht was mogelijk dankzij de genocidewet, die de Belgische rechter universele bevoegdheid toekende voor de berechting van misdaden tegen de mensheid. De wijziging van deze wet in 2003 zorgde voor heel wat obstakels in de zaak, en leidde uiteindelijk tot schorsing van het onderzoek.

Het samenwerkingsverband voor rechtvaardigheid in de Totalzaak slaagde erin minister Flahaut te overtuigen om (opnieuw) zijn positief injunctierecht te gebruiken in deze zaak. Hierdoor wordt het parket verplicht de zaak verder te onderzoeken. Verder onderzoek impliceert onder meer een plaatsbezoek bij de Thaise grens en ondervraging van kopstukken van de multinational.

Als het onderzoek uitloopt op een assisenzaak, zal Total in België voor het eerst verantwoording moeten afleggen voor zijn aanwezigheid in Birma. De Belgische gerechten kunnen hiermee een belangrijk precedent scheppen inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid van ondernemingen voor mensenrechtenschendingen in het buitenland.

lees meer hierover op onze website www.mensenrechten.be

Tags:

ARCHIEF

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.