Vrijheid van vergadering of chantage?

29 juli 2008

Al meer dan twee jaar voeren sans-papiers actie voor duidelijke regularisatie-criteria. De laatste weken bereikten de acties hun hoogtepunt. Bezettingen van kerken en openbare plaatsen met of zonder hongerstakingen, beklimmingen van daken en kranen. Verschillende politici omschrijven deze acties als chantage, afpersing, een aanslag op de democratie. Hoog tijd om één en ander vanuit mensenrechtelijke hoek te bekijken.

Artikel 11 van het EVRM beschermt het recht op vreedzame actie. Het bepaalt:
Artikel 11 . Vrijheid van vergadering en vereniging
1. Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van vereniging, met inbegrip van het recht met anderen vakverenigingen op te richten en zich bij vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen.
2. De uitoefening van deze rechten mag aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Dit artikel verbiedt niet dat rechtmatige beperkingen worden gesteld aan de uitoefening van deze rechten door leden van de krijgsmacht, van de politie of van het ambtelijk apparaat van de Staat.

In 2002 boog het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich over de vraag of een kerkbezetting de bescherming van artikel 11 EVRM kan genieten (arrest Cissé tegen Frankrijk, 9 april 2002).

Mevrouw Cissé was woordvoerster van een groep sans-papiers die in 1996 in Parijs actie voerden. Zo’n 200 actievoerders, waaronder 10 hongerstakers, bezetten vanaf 28 juni de Sint-Bernardskerk. De actie werd gesteund door verschillende mensenrechten-organisaties en kreeg ruime aandacht in de pers.

Op 22 augustus besloot de Parijse politie de kerk te laten ontruimen. Als argumentatie werd aangevoerd dat de bezetting niets met religie te maken had, dat de sanitaire voorzieningen onvoldoende waren, dat de uitgangen van de kerk geblokkeerd waren, en dat ernstige risico’s bestonden voor de hygiëne, gezondheid, veiligheid en openbare orde. De volgende ochtend werd de kerk ontruimd. Alle bezetters werden aangehouden en ondervraagd. Alle mensen van vreemde origine, behalve de hongerstakers, werden onmiddellijk naar een gesloten centrum overgebracht. Voor bijna alle bezetters werd een bevel tot opsluiting en repatriëring afgeleverd. Meer dan 100 van hen werden later terug vrijgelaten omdat de politie de procedureregels niet had nageleefd. Eén van de aangehouden bezetters was mevrouw Cissé. Zij ging in beroep tegen haar aanhouding, in Frankrijk zonder resultaat. Uiteindelijk argumenteerde ze voor het Europees Hof dat haar vrijheid van vereniging geschonden was. Het bevel tot ontruiming was onwettig, er was geen rechtmatig doel en de actie was disproportioneel.

Het Hof stelt duidelijk dat een kerkbezetting (met akkoord van de priester en de parochieraad) valt binnen het recht op vreedzame vergadering (§40). Dat de activisten geen papieren hebben, doet hieraan niet af (§50) .Tegelijkertijd oordeelde het Hof dat de situatie na twee maanden bezetting problematisch werd. De gezondheid van de hongerstakers kwam in gevaar, en de sanitaire voorzieningen waren onvoldoende. Daarom meent het Hof dat een interventie niet per definitie disproportioneel is. Het is aan de autoriteiten van de lidstaten om hierover te oordelen. Het Franse recht liet de ontruiming toe. Het Hof betreurt wel de manier waarop de interventie verliep. Een waarschuwing was best op zijn plaats geweest en ook de aanhouding van alle aanwezigen was onredelijk.

Deel dit artikel

   

Tags:

ARCHIEF

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.