Knelpuntennota: zinvolle detentie

11 juli 2014

De Liga voor Mensenrechten en Jes vzw ijveren voor een zinvolle detentie. Detentie of vrijheidsberoving moet humaan verlopen, de detentieschade moet worden beperkt en gericht zijn op herstel, rehabilitatie en voorbereiding van de re-integratie. In de praktijk zien we echter dat opleiding, werk, gezondheidszorg en het onderhouden van relaties met familie en vrienden niet altijd gegarandeerd is in de gevangenis. Daardoor komt de re-integratie van de gedetineerden in gevaar en is de kans op recidive veel groter.

De Liga voor Mensenrechten en Jes vzw pleiten daarom voor de hervorming van de huidige detentievorm op basis van drie principes: kleinschaligheid, nabijheid en differentiatie. Vanuit de Liga voor Mensenrechten werd een nieuw concept ontwikkeld dat een gedifferentieerde strafuitvoering toelaat: De Huizen (p. 10-13).

Het concept De Huizen laat toe dat fouten in de mate van het mogelijke hersteld kunnen worden en gedetineerden na hun detentie een verantwoordelijke maatschappelijke rol kunnen opnemen: 

  • De dertig tot veertig zeer grote tot grote gevangenissen worden vervangen door honderden kleine detentiehuizen.
  • De detentiehuizen verschillen van elkaar op vlak van beveiliging, detentie-invulling en begeleiding. Elke gedetineerde krijgt een Individueel Planbegeleider die zijn detentie- en reclasseringsplan opvolgt doorheen alle stadia. 
  • De detentiehuizen sluiten aan op hun buurt. Zij spelen vanuit de herstelgedachte een economische, sociale of culturele rol in hun omgeving. Vanuit de normaliseringsgedachte maken ze gebruik van hulp- en dienstverlening uit de directe omgeving om de individuele plannen uit te voeren. 
  • Daarnaast pleiten wij ook voor een aantal hervormingen binnen het huidige systeem in afwachting van een complete hervorming van detentie op basis van de voorgenoemde principes:
  • Cruciaal voor de re-integratie van ex-gedetineerden en gedetineerden is de sociale begeleiding. De gedetineerden moet op zijn minst voldoende op de hoogte gesteld worden van de mogelijkheden tijdens en na detentie en van zijn rechten en plichten. Hij moet zo goed mogelijk begeleid om zo de detentieschade te beperken en een veiligere samenleving te creëren (p 5-6).
  • Er is nood aan vormingen, opleidingen en tewerkstelling. Alle drie kunnen ze ervoor zorgen dat de gedetineerde aan zijn competenties kan sleutelen, zijn dag zinvol kan besteden en zo dus de kans op recidive verkleinen. Er is dus nood aan een basisaanbod in elke gevangenis (p6 – 7).
  • Gedetineerden hebben ook nood aan ontspanning. Gedetineerden die aan extra activiteiten kunnen deelnemen zoals voetbal of basketbal, zullen minder snel gefrustreerd raken en meer ontspannen zijn (p 7-8).
  • Niet alleen het sociaal contact in de gevangenis zou versterkt moeten kunnen worden, ook de contacten met de buitenwereld, in het bijzonder met familie en vrienden, moeten zo weinig mogelijk schade ondervinden van de detentie. Dit is van enorm van belang voor de re-integratie van de ex-gedetineerde (p8 -9).
  • Het contact met de penitentiair beambte verloopt niet altijd op rolletjes, veelal is er sprake van een gebrek aan respect, en soms zelf is er sprake van verbale en fysieke agressie. Daarvoor is het van belang dat bij de opleiding van penitentiair beambte voldoende aandacht wordt besteed aan de rechten en plichten van de gedetineerden zoals omschreven in de Basiswet Gevangeniswezen (p9 – 10).

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.