ACTA massaal verworpen door Europees Parlement
05 juli 2012
ACTA, het "Anti-Namaak Handelsverdrag" dat onderhandeld werd tussen de EU en twaalf andere landen, is op 4 juli 2012 met een meerderheid van 478 tegen 39 en 165 onthoudingen verworpen door het Europees Parlement. Europa heeft daarmee op zeer gepaste wijze haar eigen versie van de Amerikaanse Independence Day gevierd. Het verdrag was immers vooral een knap staaltje van VS-lobbywerk, het trachten omzeilen van een publiek debat en het opleggen van strafrecht ten dienste van selecte zakenbelangen. De vooropgestelde doelstellingen om onze kenniseconomie te beschermen en creatievelingen te voorzien van rechtszekerheid bleken niet meer dan een schaamlapje.
Het recht van de achterkamertjes
De ACTA-onderhandelingen vonden plaats achter gesloten deuren, in tegenstelling tot de gesprekken over eerdere gelijkaardige verdragen. Enkel de lobbyisten van een aantal grote bedrijven kregen via de VS-delegatie toegang tot de onderhandelingsnota's. NGO's moesten het stellen met nipt aangekondigde bijeenkomsten en zonder toegang tot de eigenlijke teksten. Zelfs het Europees Parlement keurde in maart 2009 een motie goed waarin het vroeg om alle documenten publiek te maken. Het waren echter steeds Wikileaks en anderen die de ontwerpteksten clandestien naar buiten moesten brengen.
De Europese Commissie weigerde transparantie om de relaties met handelspartners (de VS) niet te schaden. De VS zei te vrezen voor de nationale veiligheid indien de documenten publiek zouden worden (Osama Bin Downladen is nog steeds niet gevat). Het kan echter niet in een democratische maatschappij dat strafrechtelijke regels zonder voorafgaand publiek debat door een groep diplomaten en industrielobbyisten worden opgesteld. Zeker niet wanneer het over de toekomst van de informatiemaatschappij en de toegang tot geneesmiddelen gaat.
Het recht van de maatschappij
Een veelgehoord argument was dat ACTA voor de EU vrijwel niets zou veranderen. Dit klopt echter niet. ACTA vereiste bijvoorbeeld van de aangesloten landen dat ze het afdwingen van intellectuele eigendomsrechten door privébedrijven, zoals internetproviders en dienstenaanbieders, moesten aanmoedigen. Het privatiseren van ordehandhaving, waarbij bedrijven tegelijkertijd rechter, jury en betrokken partij zijn, is hoegenaamd geen hoeksteen van onze rechtstaat.
Maar zelfs indien ACTA inderdaad niets had veranderd, zou zich nog steeds een ernstig probleem stellen. De huidige regels voor intellectuele eigendomsrechten zijn immers volop in verandering onder impuls van de globalisering en het internet. De Europese Commissie zelf bereidt momenteel de herziening van een dergelijke richtlijn voor (IPRED), maar ACTA zou het zeer moeilijk hebben gemaakt om bepaalde excessen weg te werken. Bovendien zou ACTA, en bijgevolg onze regelgeving ter zake, zonder consensus van alle andere ACTA-ondertekenaars nooit meer kunnen gewijzigd worden. En u dacht dat het moeilijk was om enkel al binnen de EU eenparigheid van stemmen te bereiken.
Het recht van spreken
Het meest hallucinant aan het hele verhaal is echter wellicht het gedrag van Europees Commissaris Karel De Gucht. Bij elk publiek optreden verkondigt hij nog steeds aan iedereen die horen wil dat alle kritiek op ACTA geruchten en desinformatie zijn, om vervolgens op te roepen tot een "kalme, beredeneerde, open en democratische discussie". Dergelijke discussies hadden echter al lang geleden moeten plaatsvinden.
Bovendien is zo'n discussie vrij moeilijk indien de opmerkingen van de bijzondere VN-rapporteur voor de vrijheid van meningsuiting (Frank Larue), de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) blijkbaar allemaal misleiding zijn. Wanneer de Nederlandse minister van Economie, Oxfam en Artsen Zonder Grenzen wijzen op de gevaren voor de toegang tot generische medicijnen, doen zij vermoedelijk zogezegd ook enkel aan stemmingmakerij. De verschillende laureaten van de Sakharov Prijs voor de Vrijheid van Meningsuiting, inclusief Journalisten Zonder Grenzen, weten wellicht evenmin waar ze het over hebben wanneer het over vrije meningsuiting gaat. De opmerkingen over de economische impact door het Europees Economisch en Sociaal Committee (EESC) passen ook niet in het plaatje dat Commissaris De Gucht probeert op te hangen.
Er zijn zo nog talloze andere bekende en minder bekende organisaties, academici en activisten die kritiek hebben geuit op ACTA in hun analyses. Commissaris De Gucht blijft echter tot op de dag van vandaag volhouden dat het enkel gaat om een "geconcerteerde actie van de internet community" die inhoudelijk geen argumenten heeft. Je zou bijna denken dat hij aan het hengelen is naar een rol als Europese Comical Ali.
Het recht van de toekomst
Alle bovenstaande elementen hebben uiteindelijk bijgedragen tot de massale verwerping van het verdrag door het Europees Parlement. Mogelijk nog belangrijker is het feit dat veel parlementsleden, activisten, NGO's en ook mensen binnen de Europese Commissie zich nu zeer grondig hebben ingewerkt in deze materie en zich bewust zijn geworden van negatieve kanten van de ACTA-aanpak. Ironisch genoeg zou je daarom kunnen argumenteren dat het Europese democratisch deficit door heel deze affaire eerder verkleind dan vergroot is. De intense pan-Europese contacten en samenwerking waren een prachtig staaltje van democratische controle in actie, ook al was het om een brand te blussen.
Hopelijk kunnen al deze spelers samen een volgende keer zorgen voor een positieve aanpak, waarbij gekozen wordt voor de volle vlucht vooruit. Het status quo betonneren, aangevuld met repressieve maatregelen en de privatisering van ordehandhaving, bewijst onze economie en samenleving hoegenaamd geen dienst. Stilstaan is achteruit gaan.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.