BBA kandidaat 6: eCall

20 mei 2014

Auto’s kunnen mensenlevens redden. Dat is althans de bedoeling van de gesofistikeerde eCall-technologie waarmee binnenkort elke nieuwe wagen verplicht wordt uitgerust. Het alarmsysteem belt bij een ongeval automatisch de hulpdiensten en stuurt meteen gedetailleerde informatie door die snellere hulpverlening moet mogelijk maken. En dat redt levens. Verkeersveiligheid in ruil voor een spionagekastje. Het doel is legitiem, maar blijft het hier wel bij?

Het Europees Parlement raakte het begin dit jaar eens over de verplichte invoering van het eCall-systeem in alle nieuwe Europese wagens, vanaf oktober 2015.

Het eCall alarmsysteem maakt het mogelijk automatisch (en manueel) de 112-hulpdiensten op te roepen wanneer zich een verkeersongeval voordoet. Via een in de auto aanwezige ‘black-box’ worden GPS coördinaten en specifieke informatie doorgestuurd naar een controlepost (Public Safety Answering Point). De eCall gaat dus niet rechtstreeks naar 112 maar wordt omgeleid via een derde partij, in België is dat Touring. Een minimale dataset (MSD) wordt naar de controlepost doorgestuurd en aldaar verwerkt en opgeslagen. Een operator analyseert de MDS en maakt de afweging of het om een echte noodoproep gaat. Zo ja, wordt contact opgenomen met de nooddiensten. De MSD wordt doorgestuurd naar ASTRID (het Belgisch noodoproep-en communicatiesysteem) en een operator neemt de eCall over. Deze heeft nu alle nodige informatie beschikbaar en neemt contact op met de bestuurder, passagier of betreffende wagen. Vanaf dat ogenblik wordt de eCall verder afgehandeld als een gewone 112 noodoproep.

Het systeem moet bijdragen tot het verminderen van het aantal verkeersdoden, het reduceren van het fileleed als gevolg van te traag op gang gekomen hulpverlening, alsook tegemoet komen aan de hoge economische kost hiervan. Bijkomend profiteren ook diverse bedrijven van de ontwikkeling en uitrol van het systeem.

Privacy bezwaren

Niet iedereen binnen de Europese Commissie lijkt even enthousiast over de technologie. Vooral uit liberale hoek komt behoorlijk wat weerstand uit vrees voor een aantasting van het recht op privacy en de vrijheid van beweging. Nederlands Europarlementslid Auke Zijlstra noemde het systeem “de grootste klap die ooit is toegebracht aan privacy en gegevensbescherming”, omdat eCall het mogelijk maakt de locatie van auto’s voortdurend te volgen. Maar volgens voorstanders zijn er voldoende garanties ingebouwd. “Er wordt slechts een minimum aan gegevens doorgestuurd aan de alarmcentra en enkel wanneer daartoe een gegronde reden is”. De door het systeem verzamelde persoonsgegevens en de verwerking hiervan zal gebeuren in overeenstemming met de betreffende databeschermingsrichtlijn.

De tegenstand is voornamelijk gekant tegen een verplichte invoering van het systeem, in het licht van het recht op een persoonlijke levenssfeer en databescherming. Zo leidt het registreren van GPS coördinaten niet enkel tot het lokaliseren van het voertuig, maar maakt deze ook een snelheidsanalyse mogelijk, aan de hand van de drie laatst opgeslagen locaties. Bovendien kan een voertuig met ingebouwde GPS continu worden opgespoord en gevolgd. Dergelijke informatie kan dan weer nuttig zijn voor het vaststellen van patronen of profielen van de bestuurders. Waar ben je overal geweest? Wanneer? En hoe vaak?

Function creep

Critici vrezen dat het niet bij deze enkele toepassing zal blijven. Deze vrees leek inmiddels niet onterecht. De Europese Commissie lanceerde al het voorstel om het systeem ook voor andere doeleinden in te zetten, bijvoorbeeld het volgen van gestolen auto’s. De Nederlandse organisatie Privacy First maakte reeds de belofte het eCall systeem juridisch te zullen aanvechten, wanneer blijkt dat dit voor eenieder verplicht wordt gesteld. “Het risico van dit soort systemen is dat het voor één of twee legitieme doelen wordt opgericht, maar vervolgens steeds verder kan worden uitgebreid of misbruikt”, volgens jurist Vincent Böhre van Privacy First.

Besluit

Grondige analyse van het eCall systeem onthult een technologie met tal van mogelijkheden, niet enkel op het vlak van hulpverlening, maar eveneens voor politie- en justitiediensten, verzekeraars, belastingdiensten, de geheime dienst en zelfs voor criminele groepen. Onvoldoende alertheid bij de implementatie ervan kan ons dus opzadelen met ongewenste implicaties en vergaande uitbreidingen die we vandaag hadden moeten voorzien. Het valt toe te juichen dat de privacy bezwaren voldoende aandacht krijgen en dat bij de ontwikkeling van het systeem garanties voor databescherming werden ingebouwd. Wanneer ervoor gekozen wordt het systeem verplicht in te voeren lijkt het geenszins te vroeg om het debat hierrond te initiëren en het publiek voldoende te informeren. Burgers hebben zelf ook vragen bij dergelijke evoluties en de mogelijkheden van steeds doordringendere tracking systemen. Het is belangrijk om iedereen voldoende kritisch te houden hierover. Een gebrek aan informatie wekt alleen maar de indruk dat het debat rond privacy niet meer zou moeten worden gevoerd. En zo verliest de burger al snel het recht om zich tegen latere ontsporingen van een ingevoerd systeem te verzetten. Burgers worden langzaamaan geconditioneerd om privacy ondergeschikt te stellen aan veiligheid. Op die manier zal inderdaad geen protest meer klinken wanneer de technologie daadwerkelijk ontspoort.

 

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.