BBA kandidaat 8: Privacy te koop

27 mei 2014

 

Internet en Privacy: een knellend schoentje. Wie surft op het net en zichzelf blootgeeft op sociale netwerksites krijgt daar zelden veel privacy voor terug. Net het tegendeel is waar. We betalen met onze persoonsgegevens voor het gebruik van gratis online diensten. Gaan beide dan niet samen? Heel zeker wel, volgens een aantal pientere marketeers die het privacy gat in de markt ontdekten. Wie privacy wil, wil daar zeker ook voor betalen, moeten ze hebben gedacht. En een nieuwe generatie privacyvriendelijke tools was geboren. Maar tegen welke prijs?

 Het internet is op korte tijd uitgegroeid tot een winstgevende machine. Marketeers en adverteerders weten met het grootste gemak ons surf- en zoekgedrag te gelde te maken. Wat wordt aangeboden als een gratis online dienst wordt in werkelijkheid betaald met elke muisklik die opnieuw wat extra informatie over onze persoonlijke voorkeuren registreert. Dat het verkopen van geïndividualiseerde kliks een lucratieve bezigheid is bewijzen miljoenenbedrijven zoals Google en Facebook. Nu zijn er die willen delen in die winst. Omdat onze privacy het grootste slachtoffer lijkt te zijn van de online registratiedrang steken alsmaar meer bedrijven de kop op die privacyvriendelijke alternatieven aanprijzen. Maar voor het terugwinnen van je privacy moet je wel iets over hebben. Aan de “online privacy diensten” hangt een prijskaartje dat menig privacy activist doet vrezen voor een nieuwe trend: het commercialiseren van mensenrechten. Privacy verwordt stilaan tot een luxeproduct, enkel weggelegd voor diegenen die het zich kunnen veroorloven.

Base neemt vanaf juni de Blackphone in haar assortiment op, een privacyvriendelijke smartphone, ontwikkelt door het Amerikaanse bedrijf Silent Circle. Prijskaartje: 460 euro, zonder bijhorende applicaties. Concurrent FreedomPop bindt de strijd aan met een Privacy Phone, die je reeds voor 140 euro op de kop kan tikken. “Want we hebben allemaal het recht om anoniem met elkaar te communiceren”, zegt de telefoonfabrikant hierover.· Het Leuvens bedrijf Compudoc komt voor slechts 59 euro de privacyinstellingen van je facebookpagina veilig instellen. En denken we tot slot ook aan de oplopende prijzen van encryptiediensten, privacy schermen voor computers en laptoppen of beveiligde internetverbindingen… Tel gerust op wat privacy u maandelijks kost.

Betalen is controle, gratis is ondergaan

Bedrijven zoals Google of Facebook leveren kwalitatieve diensten, dus is het maar terecht dat ze die ook vergoed willen zien. Door ze gratis aan te bieden, dienen ze hun inkomsten dus ergens anders te halen. Daarom verkopen ze onze persoonsgegevens. “If you’re not paying for the product, you are the product.” Een faire deal?

Stel dat we ervoor kiezen om toch te betalen voor de diensten die het internet ons biedt, dan zullen we als klant opnieuw een stuk controle verwerven over wat met onze gegevens gebeurt. Want klant is koning, toch? Ik betaal immers voor de dienstverlening, dus wil ik dat deze is aangepast aan mijn noden en wensen. Als ik gratis gebruik wil maken van de dienst, dan is dat onvermijdelijk onder de voorwaarden die deze bedrijven stellen, zijnde het opgeven van een deel van mijn privacy.

Er bestaat in het mensenrechtendiscours een onderscheid tussen burgerlijke en politieke rechten enerzijds en sociaal economische rechten anderzijds. Burgerlijke rechten moeten de burger beschermen tegen ongeoorloofd overheidsoptreden. Deze categorie impliceert een onthoudingsplicht: de overheid mag geen maatregelen nemen die de uitoefening van deze rechten verhinderen. Sociale en economische rechten verplichten de overheid ertoe ervoor te zorgen dat mensen een waardig leven kunnen leiden en zich ten volle kunnen ontwikkelen. Dit vereist een actieve tussenkomst van de overheid om het genot van deze rechten mogelijk te maken.  

Binnen deze opdeling valt het recht op privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer onder de eerste categorie van burgerlijke rechten. Het werd in het leven geroepen als een afweerrecht waarover burgers beschikken tegenover de overheid. Op die grond dient de overheid zich te onthouden van een al te doortastende inmenging in het privéleven van haar burgers. Dat is een basisrecht en burgers dienen hier in principe niet voor te betalen. Net zoals we in een democratische en vrije rechtstaat vrij kunnen spreken, ons vrij kunnen bewegen, vrij kunnen protesteren, zonder financiële kost (praktische en logistieke kosten buiten beschouwing gelaten).

Privacy als luxe of als basisrecht

Afgaand op bovenstaande, is het aanvaardbaar dat private bedrijven geld gaan vragen om onze privacy te beschermen? We betalen toch ook niet om vrij onze mening te uiten, om vrij een godsdienst te beleven of om sociaal protest te mogen voeren. De overheid lijkt dus sterk te hebben tekort geschoten in haar onthoudingsplicht wat het recht op privacy betreft. In plaats van zich te onthouden van te veel bemoeienis in het leven van haar burgers lijkt doorgedreven inmenging nu de regel te zijn. En hoe kan een overheid nog overtuigend de praktijken van gluurgrage bedrijven aan banden leggen als ze zich zelf manifesteert als een ware Big Brother?

Moet iedereen dan maar betalen voor het gebruik van facebook? Ja. Niet voor het behouden van onze privacy, maar voor de online dienst die ze verleent. En moet iemand er dan voor kunnen kiezen om met zijn persoonsgegevens te betalen in plaats van een maandelijkse financiële bijdrage? Ja. Voor zover dat een werkelijke vrije keuze is en deze niet wordt opgedrongen of is ingegeven vanuit een financiële noodzaak. En hier ligt de moeilijkheid. Hoe verifieer je dat iemand vanuit eigen overtuiging geen belang hecht aan privacy en dus vrijwillig zijn persoonsgegevens als betaalmiddel gebruikt of dit doet omdat het niet anders kan? Het opgeven van privacy dient steeds een vrije keuze te zijn, geen noodzakelijk ruilmiddel voor het verkrijgen van gratis diensten. Niet enkel het commercialiseren van privacy, ook het exploiteren van privacy is een bezwaarlijke evolutie. We dienen erover te waken dat niemand zich hiertoe gedwongen voelt. De discussie omtrent betalen voor privacy is dus niet zo eenvoudig beklonken. Als iedereen een recht op privacy geniet, dienen we er eveneens voor te zorgen dat iedereen dit recht kan behouden, ongeacht de sociale status. Maar alle online-diensten dan in een klap betalend maken, zodat niet iedereen er een gelijk gebruik kan van maken, roept op haar beurt andere discriminaties in het leven. We moeten op zoek naar een fair evenwicht.

We staan op een tweesprong. Ofwel commercialiseren we privacy en reserveren we het voor wie het zich kan permitteren. Ofwel eren we privacy als een basisrecht dat wettelijke bescherming verdient. Hoe we dan op de minst discriminatoire wijze verder online diensten willen blijven aanbieden ligt op tafel voor discussie. Of moeten we, zoals uit de bedrijfswereld klinkt, zelf delen in de winst die de verkoop van onze persoonsgegevens oplevert. En zullen we op die manier privacy financieren? Wat het ook zij, we moeten op zoek naar een gulden middenweg. Daarbij dienen we de status van fundamentele rechten, als wezenlijk onderdeel van onze democratie, in gedachte te houden, alvorens we een gevaarlijke trend bestendigen. Privacy is dan misschien niet absoluut, het blijft een basisrecht dat dient gegarandeerd te blijven. Eens we deze basis gaan onderhandelen, verschuiven we langzaamaan naar een rechteloze samenleving omdat we deze voor een Apple en een I (phone) hebben verkocht.


Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.