BuurtInformatieNetwerken (BIN): zegen of vloek?

26 september 2011

"Voisins vigilants" in Frankrijk, "Neighbourhood Watch" in het Verenigd Koninkrijk, "Wijk en Agent Samen" in Nederland, "Ronde Padane" in Italië, "proNachbar" in Oostenrijk "Sicherheitswacht" in de Duitse deelstaat Beieren, "Buurt Informatie Netwerken" (BIN's) bij ons ... In vele Europese landen schieten ze sinds eind jaren '90 als paddenstoelen uit de grond, de initiatieven waarbij waakzame burgers zelf hun steentje bijdragen aan de veiligheid van hun buurt. Niets mis mee zo op het eerste zicht: ze dragen bij aan het verhogen van het algemeen veiligheidsgevoel, bevorderen de sociale controle en verspreiden de preventiegedachte. Daar kan toch niets op tegen zijn?

Sinds ze in 1998 in een ministeriële rondzendbrief een wettelijke status kregen zijn er in België alleen al meer dan 400 BIN's. 300.000 mensen zouden lid zijn van een BIN. Deze mensen zijn blij zelf iets te kunnen doen voor hun veiligheid en de maatschappelijke cohesie vaart er wel bij heet het.

En toch, burgers die burgers controleren? Natuurlijk, het is allemaal sterk gereglementeerd en door de overheid gecontroleerd: patrouilleren is verboden, systematisch spioneren ook, enkel indien men 'toevallig' iets verdachts opmerkt dient de politie te worden verwittigd en kan via het BIN de hele buurt vlot op de hoogte worden gebracht. Zijn deze initiatieven van waakzame burgers daarmee niet gewoon te catalogeren als nuttig, zinvol en in het slechtste geval als een onschadelijke bezigheid van mensen die zo iets hebben om over te praten? Niet meteen.

Zijn we immers zeker dat deze initiatieven van oplettende buurtbewoners op termijn niet net kunnen leiden tot meer wantrouwen en het zich steeds verder afsluiten van lokale gemeenschappen waarbij alles wat vreemd is verdacht wordt? Zijn we er zeker van dat de sociale cohesie hierdoor op termijn niet net méér in het gedrang kan komen? Het risico bestaat dat dergelijke initiatieven het onveiligheidsgevoel versterken in plaats van afzwakken. Echt bevorderlijk voor de gemoedsrust lijkt het immers niet wekelijks te moeten horen dat een 'verdachte wagen met Poolse nummerplaat' is gesignaleerd, of dat 'ongure types' zijn waargenomen in het bosje verderop.

Los van bovenstaande bedenking is het punt echter vooral: we weten wel waar het begint, maar waar eindigt het?

Natuurlijk mag/moet men waakzaam zijn. En ja, als je op straat iets ziet waarvan je echt denkt "dat is vreemd, dat ziet er echt niet pluis uit", misschien toch maar best de politie verwittigen. De vraag is echter of het institutionaliseren van dit aspect van de alledaagse burgerzin nu wel echt nodig is.

Kunnen we met zekerheid zeggen dat niet hier en daar – en uiteindelijk steeds meer – BIN'ers, Voisins vigilants of Neighbourhood Watchers de grenzen van hun rol zullen opzoeken? Aangestoken door hun drang om te controleren, aangemoedigd door de, als belangrijk ervaren, maatschappelijke positie die ze bekleden riskeren ze steeds verder op te gaan in hun taak, steeds creatiever te werk te gaan als het gaat over het veilig houden van hun wijk. Een systeem waarbij burgers zich het recht toe-eigenen het doen en laten van hun medeburgers met aandacht te volgen – daarmee de privacy van deze derden in toenemende mate schadend – wordt zo geen onrealistisch doembeeld maar dagelijkse realiteit.

Natuurlijk staan deze initiatieven, zoals gezegd, onder sterk overheidstoezicht en kunnen ze enkel opereren in een nauwe samenwerking met de politionele autoriteiten. Excessen kunnen zo gauw worden ingedijkt. Maar in een, in vele Europese landen, sterk gepolariseerd politiek landschap waarbij rechts populistische partijen de wind in de zeilen hebben, is het niet compleet ondenkbaar dat de uitgebouwde systemen en structuren met bijkomende bevoegdheden hun controlerende taak steeds ruimer interpreteren en door nieuwe bewindvoerders gretig in de uitwerking van de eigen maatschappelijke visie worden ingepast.

Een samenleving waarbij burgers elkaar in toenemende mate als potentieel gevaarlijk beschouwen dient echter vermeden te worden. Een samenleving waarin de overheid burgers inzet voor het controleren van elkaar; dus een samenleving waarbij op de persoonlijke privacy van de burgers steeds verder wordt beknibbeld, dient ten allen prijze bestreden te worden.

Hier komt dus de spreekwoordelijke aap uit de mouw. Wat begon als een nobel initiatief draagt een dubbel privacyrisco in zich. Het is niet gezegd dat mechanismen waardoor verontruste burgers vlot toegang hebben tot politiediensten op zich problemen stellen, wel dat de wijze waarop dit mechanisme momenteel in heel wat Europese landen concreet vorm heeft aangenomen op termijn aanleiding kan geven tot steeds verdergaande inbreuken op de privacy van de burgers, dit zowel vanwege hun medeburgers als vanwege de staat.

Ja, aan de BIN's en Sicherheitswachten is op het eerste zicht weinig aan te merken, maar waakzaamheid is geboden.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.