De grenzen van het onderlinge vertrouwen binnen het Europese asielrecht

30 maart 2011

Noot bij het arrest EHRM (GC) 21 januari 2011, M.S.S. t. België en Griekenland

Noot bij het arrest EHRM (GC) 21 januari 2011, M.S.S. t. België en Griekenland

Op 21 januari werd België voor de vijfde keer in nog geen tien jaar tijd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeeld wegens schen-ding van de rechten van asielzoekers. De Grote Kamer van het Hof veroordeelde België ditmaal voor de doorverwijzing, in toepassing van de ver­wijzingsregels van de zogenaamde Dublin II - Ver­ordening, van een asielzoeker naar Griekenland. Door de doorverwijzing werd de verzoeker, in strijd met art. 3 EVRM, blootgesteld aan de risico’s van de gebrekkige Griekse asielprocedure en aan vernede­rende detentie- en levensomstandigheden. Grie­kenland werd daarvoor zelf ook veroordeeld. Het Hof oordeelde bovendien dat de procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in strijd was met art. 13 EVRM.

Deel dit artikel

   

Download:

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.