“De overheid investeert te weinig in de beveiliging van onze privacy”

24 november 2014

Sinds 2009 geeft de wet op Bijzondere Inlichtingenmethodes staatsveiligheid toestemming tot telefoontap, infiltraties en afluisteren. Dat is enkel mogelijk in het kader van een onderzoek, en na gerechtelijk bevel. Het aftappen zelf gebeurt via telecombedrijven zoals Belgacom of Telenet. De Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid (ADIV), militaire tegenhanger van de Staatsveiligheid, houdt zich bezig met cyber warfare.

“ADIV bestaat uit slechts tien of twintig mensen, dat is dus heel beperkt. De Belgische overheid heeft heel weinig expertise in hacken zelf. Zeker in vergelijking met het buitenland,” aldus professor cryptografie en netwerkbeveiliging aan de KU Leuven Bart Preneel en tevens afdelingshoofd van Computerbeveiliging en Industriële Cryptografie (COSIC). “Er gebeurt veel onderzoek aan Belgische universiteiten, maar de overheid investeert veel te weinig in de beveiliging van onze privacy.” Na inbraken in computers van Belgacom, de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken en het kabinet van voormalig premier Elio Di Rupo (PS), is er 10 miljoen euro vrijgemaakt voor een privacy-securitycoördinatiecentrum. Een centrum dat nog niet is opgericht. “De Belgische overheid heeft ook geen budgetten van 50 miljard dollar zoals de Verenigde Staten.”

Privacy is relatief

Wel heeft België als eerste land ter wereld een regeringslid dat belast wordt met privacy. Staatssecretaris voor Privacy, Bart Tommelein (Open Vld), waakt over de privacywetgeving maar ambieert ook herzieningen. “De verwachtingen en de rol van burgers omtrent privacy zijn toch prominenter geworden. Er zijn een pak nieuwe en snelle toepassingen. Denk maar aan camerabewaking, de sociale media, de groei van de databanken van zowerl de overheid als de private sector. Ook de uitwisseling van gegevens en data mining(het graven naar zinvolle signalen in een grote berg informatie, red.) spelen een rol,” weet Tommelein. “Ik denk dat de bevolking zelf al heel wat privacygegevens in eigen hand heeft. Zo zijn er heel wat mensen die privézaken openbaar delen. Ik stel me altijd de vraag of ze beseffen wat daarmee allemaal gedaan kan worden?”

Privacy is geen losstaande entiteit. “Privacy is een fundamenteel recht,” vertelt de staatssecretaris. “Maar het staat in relatie tot de andere rechten en plichten van de burgers. Privacy moet bekeken worden in verhouding tot veiligheid, efficiëntie en goed bestuur. Wat niet betekent dat de beveiliging van de privésfeer in het gedrang mag komen.”

Voor Tommelein is het belangrijk dat de overheid over voldoende mogelijkheden beschikt om persoonlijke gegevens te behandelen en eventueel te verspreiden, zonder dat er misbruik optreedt. “Hoe de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten met die persoonlijke gegevens omspringen is natuurlijk onaanvaardbaar.”

Permanente inbreuk

De Liga voor Mensenrechten stelt dat privacy een fundamenteel recht is, maar geen absoluut. “Natuurlijk moet er op bepaalde momenten aan de privacy beknibbeld worden om aan onderzoek te doen en een bepaald veiligheidsniveau te garanderen,” aldus Caroline De Geest, beleidsmedewerker van Liga voor Mensenrechten. “Maar het evenwicht is vandaag zoek. Men schetst een beeld van een samenleving die zodanig onveilig zou zijn, dat er een bijna permanente inbreuk op de privacy noodzakelijk zou zijn,” meent De Geest.

“Net in zo'n klimaat moeten we privacy ernstig nemen. We moeten niet meegaan in het discours waarin veiligheid het primaire ideaal is waaraan al het andere moet onderworpen worden. Net dan moet er zich een tegenbeweging vormen die ons eraan herinnert dat er nog andere fundamentele rechten zijn. Zoals privacy. Moeten er echt zoveel databanken zijn? Moet er echt zoveel camerabewaking zijn? Dat is wat de Liga voor Mensenrechten in vraag probeert te stellen.”

Dossier Privacy | “De overheid investeert te weinig in de beveiliging van onze privacy”

Deel dit artikel

   

Bron:

VETO

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.