Geen tijd om te vergeten

28 juni 2014

Het Tijdschrift voor Mensenrechten herdenkt deze maand op passende wijze de 100e verjaardag van de start van WOI.

Daar waar in Vlaanderen extreem-rechts zo goed als weggevaagd werd in de ‘gele golf’, bleek op Europees vlak een andere tendens pijnlijk duidelijk. Zo werd het Front National in Frankrijk plots de grootse partij, stuurt de Griekse Gouden Dageraad voortaan ook een delegatie naar Europa en – misschien historisch gezien nog het meest symbolisch – hebben de Duitse neonazi’s van de Nationaal-Democratische Partij nu ook een vertegenwoordiger in Brussel en Straatsburg. Op verschillende plekken lijken de extreem-rechtse partijen het dus erg goed te doen.

Het is duidelijk dat de EU, alsook de basiswaarden van een democratische samenleving, steeds meer openlijk en zonder schroom in vraag worden gesteld. Zeker, niet alle extreme (lees: al dan niet op verholen wijze ondemocratische) partijen zijn even eurosceptisch, en niet alle eurosceptische partijen zijn extreem. Het lijkt dan ook essentieel de twee te scheiden. Voor wat de Europese structuren en instellingen betreft, is een zekere kritiek (hoewel misschien niet steeds die van alle eurosceptische partijen) bovendien terecht: Europa zou best wat socialer en zelfs democratischer kunnen zijn. Hervormingen te dien einde moeten een absolute topprioriteit zijn. Maar dat is dan een vraag naar een ander of aangepast en meer democratisch Europa, niet naar een minder democratisch Europa.

Al te vaak wordt vergeten dat het Europees project net ontstaan is om vrede en welvaart te brengen. En vanuit dat perspectief oogt de balans positief. We geloven eigenlijk niet dat die gewelddadige geschiedenis een terugkeer zou kunnen maken of op de één of andere manier nog echt doorwerkt in onze wereld. Daarom gaan we wellicht te lichtzinnig om met de verwezenlijkingen van dat Europees project, en de krachten uit het verleden die misschien wel slapen, maar gemakkelijker dan we denken terug kunnen worden gewekt.

Die herinnering aan waarom we Europa nodig hebben, zou zeker de komende weken centraal moeten staan. Doorgaans wordt bij het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van Europa vooral verwezen naar de Tweede Wereldoorlog. Echter, ook de gebeurtenissen die aanleiding gaven tot de Eerste Wereldoorlog laten ons, op een structureel niveau, zien hoe het verleden ons nooit echt loslaat. Op 28 juni is het immers exact honderd jaar geleden dat met de moord op de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger Franz Ferdinand in Sarajevo het startschot werd gegeven van de Eerste Wereldoorlog. Die datum was niet toevallig gekozen: in 1389 vermoordde een Servische soldaat bij de slag van Kosovo de sultan van het oprukkende Ottomaanse rijk. Hoewel de Serviërs uiteindelijk het pleit verloren, en het Ottomaanse rijk uiteindelijk eeuwenlang zijn stempel zou drukken op Zuidoost-Europa, kwam de veldslag in Kosovo centraal te staan in de psyche van het Servische volk. Deze 28 juni (door het gebruik van de Juliaanse kalender in die tijd overigens oorspronkelijk wel een andere datum) loopt sindsdien als een rode draad doorheen de geschiedenis van de Balkan. En met de Balkan, dat kruitvat van Europa, ook doorheen de wereldgeschiedenis. De moord op een machthebber door een Bosnische Serviër meer dan vijf eeuwen later in 1914 kon dus niet op een meer symbolische dag hebben plaatsgevonden. Deze gebeurtenissen, en de symboliek van de datum, gaven in de daaropvolgende eeuw ook nog aanleiding tot verschillende gebeurtenissen die het internationale landschap zouden hertekenen: het Verdrag van Versailles (1919), de ‘Gazimestan’speech van de Joegoslavische leider Milošević in Kosovo, nu gezien als een belangrijke ouverture van de Balkanoorlogen in de jaren ’90 (1989), de start van één van de belangrijkste naoorlogse (en helaas onvoltooide) oorlogsprocessen met de uitlevering van Milošević aan het Joegoslaviëtribunaal (2001) of de dag dat de Verenigde Naties het net-afgescheiden Montenegro officieel mochten verwelkomen (2006). De symboliek en het gewicht van de geschiedenis zijn voor vele mensen dus ook vandaag de dag nooit ver weg.

Het feit dat we twee wereldoorlogen nodig hadden om uiteindelijk de Europese machten in een gemeenschappelijk project te betrekken, duidt erop dat het Europees project niet als vanzelfsprekend mag worden beschouwd. Het verhaal van vele eeuwen geschiedenis blijft zich tot op de dag van vandaag verder ontwikkelen, of we dat nu (h)erkennen of niet. We moeten dan ook dagelijks aan het volgende hoofdstuk van dat verhaal durven en willen schrijven. Doen we dat niet, en vertrouwen we er slechts op dat het verhaal zichzelf wel in de goede richting zal ontwikkelen, dan riskeren we dat de verhaallijnen uit het verleden zich onverminderd voortstuwen – misschien wel in een richting die we niet (meer) uitwillen. De Europese verkiezingen tonen aan dat we, zeker nu, geen tijd hebben om ons verleden zomaar te vergeten.

Deel dit artikel

   

Bron:

TVMR

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.