Hoe staat het met de strijd tegen racisme in België?
28 mei 2009
Op 26 mei 2009 publiceerde de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) haar rapport over België. De ECRI is een onafhankelijk orgaan voor mensenrechtenmonitoring dat zich toelegt op kwesties die verband houden met het bestrijden van racisme, xenofobie, antisemitisme en intolerantie.
Algemeen stelt het ECRI dat er sinds de publicatie van haar derde rapport over België vooruitgang is geboekt. België krijgt positieve punten voor de inspanningen die geleverd zijn voor een betere toepassing van de strafrechtelijke bepalingen tegen racisme. De antiracismewet van 10 mei 2007, de omzendbrief die ertoe strekt strafrechtelijke misdrijven met racistische motieven beter te kunnen opsporen en de vorming van politie en magistraten. vallen onder deze maatregelen. Ook de rol van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding in de strijd tegen racisme en de uitbreiding van zijn mandaat naar migratiekwesties en fundamentele rechten krijgt pluspunten. De ECRI is tevreden dat er in de nabije toekomst gebruik zal worden gemaakt van een aantal tools voor de monitoring van racisme en rassendiscriminatie, zoals de intolerantiebarometer en sociaaleconomische monitoring.
Naast lovende woorden heeft het ECRI ook kritiek en duidt tal van knelpunten aan. Ondanks de overheidsmaatregelen blijven extreem rechtse partijen hun racistische, antisemitische, islamofobe en xenofobe propaganda verspreiden en zijn er in België enkele neonazistische en extreemrechtse groeperingen actief. Er is een sterke toename van islamofobie, antisemitisme en racistische websites en discussiefora op het internet. De ECRI is bezorgd over de rassen-profilering door de politie, het feit dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan door racisme ingegeven beledigend gedrag van politieagenten en dat personen die zich hieraan bezondigen, niet worden gestraft.
Er is nog steeds veel directe en indirecte rassendiscriminatie op de arbeidsmarkt, bij de toegang tot huisvesting en tot openbare diensten. Vooral mensen van Marokkaanse en Turkse afkomst, mensen uit de Sahellanden en uit Oost-Europa krijgen hiermee te maken. Ook moslims en vooral vrouwen met een hoofddoek worden met dit soort discriminatie geconfronteerd.
Hoewel de overheid maatregelen heeft getroffen om dit probleem aan te pakken, blijft het onderwijs een sector waar ook sprake is van directe en indirecte discriminatie. De ECRI raadt de overheid aan stappen te blijven ondernemen zodat een sociale mix in scholen wordt verkregen.
Het rapport belicht ook de situatie van woonwagenbewoners, die worden geconfronteerd met discriminatie bij tewerkstelling en huisvesting. Ook zijn er te weinig standplaatsen beschikbaar zijn waar ze halt kunnen houden.
Er is nog onvoldoende vooruitgang geboekt wat de omstandigheden betreft waarin mensen zonder papieren worden opgesloten en uitgewezen, en er blijven meldingen komen van misbruik. Er moet ook dringend een oplossing komen voor de uiterst precaire situatie waarin mensen zonder papieren verkeren.
Een laatste punt van kritiek wordt geleverd op het Vlaams inburgeringsbeleid. Waarbij er niet voldoende middelen worden ingezet om mensen van een vreemde afkomst te integreren en waarbij het beleid ondoelmatig en zelfs contraproductief blijkt.
Het volledige ECRI Rapport kan hier worden geraadpleegd.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.