Kan de staatsveiligheid niet zonder James Bond-methoden?
20 december 2009
De Kamercommissie voor Justitie stemt in principe op dinsdag 15 december 2009 het wetsontwerp betreffende de bijzondere inlichtingenmethoden, de zogeheten 'BIM-wet'. De Liga voor Mensenrechten waarschuwt voor een gemakzuchtige vlucht in vergaande bevoegdheden voor de Staatsveiligheid en de militaire veiligheidsdienst (AIVD), waarbij het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het recht op een eerlijk proces onherstelbaar aangetast worden. Ook betreurt de Liga dat een doeltreffende parlementaire controle op het inlichtingenwerk ontbreekt.
Wij kennen allemaal het gewone handwerk van de geheime diensten. Wachten op de hoek van de straat, schaduwen, achterna rijden, onwennig op vergaderingen rondhangen, informanten rekruteren. "Daarmee zit de Staatsveiligheid nog in het stenen tijdperk en moeten wij met pijl en boog vechten tegen het oprukkend terrorisme en radicalisme. Wij zijn de oudste veiligheidsdienst in de wereld, op die van het Vaticaan na, maar wij moeten ons redden zonder telefoontap", kloeg Alain Winants. Het stoorde het hoofd van de Staatsveiligheid dat de federale politie steeds meer zijn dienst verdrong, onder andere dankzij de inzet van bijzondere opsporingsmethoden. Vandaar dat Winants de afgelopen maanden een halszaak maakte van het wetsontwerp betreffende de BIM. Hierdoor krijgen de veiligheidsdiensten een indrukwekkende reeks 'specifieke' en 'uitzonderlijke' methoden gaande van observatie, infiltratie, doorzoeking van woningen, openen van post tot, houd u vast, vorderen van bankgegevens, hacken van computers en het oprichten van fictieve rechtspersonen. Dit laatste lijkt verdacht veel op provocatie. Sommige waarnemers vrezen dat de veiligheidsdiensten als 'onderaannemers' deze methoden zullen inzetten wanneer de politie ze in een bepaald onderzoek niet mag aanwenden.
Grondrechten kunnen slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden ingekrompen worden. Zo kan een noodtoestand soms bepaalde tijdelijke maatregelen rechtvaardigen, voor zover ze strikt noodzakelijk zijn voor het vrijwaren van de democratische rechtsstaat en de rechterlijke controle overeind blijft. Het parlement zou dus moeten motiveren waarom op dit ogenblik een drastische inbreuk op de fundamentele rechten en vrijheden via de BIM noodzakelijk is. Een dergelijke argumentatie ontbreekt. Sterker, sommigen misbruiken het terrorisme om een soort permanente 'noodtoestand' over België (en de rest van Europa) af te roepen. Vanzelfsprekend moeten de inlichtingendiensten alert zijn. Maar iedereen die nadenkt weet dat bijvoorbeeld de verkeersonveiligheid momenteel meer slachtoffers maakt dan het terrorisme. Is België onbeschermd als veiligheidsdiensten niet het recht krijgen om James Bond-methoden te gebruiken? En waarom wordt de BIM-wet niet ten minste beperkt in de tijd? De Orde van Vlaamse Balies (OVB) legt terecht de nadruk op deze tijdelijkheid zodat het parlement op geregelde tijdstippen kan nagaan of de juridische 'noodtoestand' al dan niet moet worden verlengd.
Helaas, de Senatoren steunden het voorstel van de OVB niet. Zij namen het BIM- wetsontwerp in juli aan en hielden daarbij nauwelijks rekening met de kritieken van de Liga voor Mensenrechten, de OVB en de Vereniging van Beroepsjournalisten. Ja, de controlepositie van het Comité I en de bronbescherming van de journalist werden wel wat verbeterd. Maar dat is een schrale troost, gezien de haast onvermijdelijke bijwerkingen van de BIM. Vooral de journalisten kunnen er niet gerust op zijn. Onlangs gebruikte de Nederlandse inlichtingendienst AIVD 'bijzondere bevoegdheden' (afluisteren, volgen) tegen de hoofdredacteur en twee verslaggevers van De Telegraaf omdat die krant, zich baserend op interne AIVD-stukken, meldde dat de inlichtingendienst zich blind had verlaten op rapporten van de CIA. Het aangepaste BIM-wetsontwerp blijft hoe dan ook een bedreiging vormen voor de vrije pers. Dat is niet niks, want alleen een vrije pers kan op een doeltreffende manier misleiding door de overheid blootleggen. Duizenden pagina's geheime stukken over de oorlogen in Vietnam en Irak, Watergate en Guantanamo hebben de afgelopen decennia hun weg naar de krantenkolommen gevonden. Geheimen zijn niet altijd geheim en horen dat meestal ook niet te blijven. Andere bijwerkingen kunnen eveneens niet onbesproken blijven. De controle over de 'specifieke' en 'uitzonderlijke' methoden dient vooraf door een commissie van magistraten en achteraf door het Comité I te gebeuren. Ze staan echter voor een zo goed als onmogelijke opdracht. Sterker, gewone methoden, zoals het gebruik van informanten, worden nog minder gecontroleerd. Het geval-Belliraj, een informant die in de jaren '80 zes politieke moorden pleegde, zou nochtans tot nadenken moeten stemmen. Sterker nog, het effect van de BIM-wet zou wel eens kunnen zijn dat het gebruik van 'menselijke bronnen' verwaarloosd wordt, een op zijn zachtst gezegd hachelijke zaak. Wees een expert als professor Herman Matthijs er immers niet onlangs op dat niet minder dan negentig procent van de informatie van de Staatsveiligheid afkomstig is van 'menselijke bronnen' en informanten?
Ten slotte willen we nog een extra risico aanstippen. Vermits federale politie en Staatsveiligheid steeds meer in elkaars vaarwater komen in de strijd tegen terreur, is het niet denkbeeldig dat materiaal van de Staatsveiligheid in een strafproces terecht zal komen. Welnu, het gebruik van inlichtingen van de Staatsveiligheid in strafzaken is onverenigbaar met een eerlijk proces en hoort dus niet thuis in een democratie. Die informatie is namelijk nauwelijks controleerbaar door de verdediging en de rechtbank vanwege het anonieme karakter ervan.
Jos Vander Velpen
Advocaat
Voorzitter Liga voor Mensenrechten
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.