Kunst is in staat om ons anders te laten denken over een situatie waar we al een duidelijke mening over hebben

19 april 2021

TvMR sprak met Brigitte Herremans

Interview door Hadjira Hussain Khan [*] voor het januari 2021 nummer van het Tijdschrift voor Mensenrechten. [**]

Brigitte Herremans (1979) is Midden-Oosten-expert en groot literatuurliefhebber. Ze is bekend bij het grote publiek als beleidsmedewerkster bij Broederlijk Delen en Pax Christi. Vandaag werkt ze aan een doctoraat bij het mensenrechteninstituut in Gent, waar ze onderzoekt welke rol kunst kan spelen in een  conflict zoals dat in Syrië. “Het is ook belangrijk om in dialoog te blijven gaan met mensen die anders denken en die ons bedreigen in onze visie op de maatschappij.”

TvMR: Als achttienjarige besloot je om Arabistiek en Islamkunde te studeren aan de Universiteit Gent

BRIGITTE HERREMANS: “Ik word enorm geraakt door onrecht. Zelfs als kind vond ik het moeilijk dat er zoveel onrecht in de wereld is. Ik voelde het fysiek in mijn hele lijf. Op latere leeftijd leerde ik ook over de geschiedenis van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mensen staan vandaag niet meer stil bij de rechten die we verworven hebben. Maar er zijn zoveel mensen in de tijd, in de geschiedenis en ook in het heden die de noodzakelijke basisrechten ontberen. Bij mij heeft de geschiedenis van het Joodse volk mijn bewustzijn voor onrecht aangewakkerd.”

“Als tiener begon ik al een interesse te ontwikkelen voor het conflict door de romans die ik las. Zo las ik de werken van de schrijver Edward Saïd. Hij was een Palestijns intellectueel die het begrip oriëntalisme heeft geponeerd, maar die zelf ook ontheemd was. Hij moest zijn geboortestad Jeruzalem ontvluchten. Slachtofferschap is niet exclusief. Slachtoffers kunnen ook daders worden. Ik begon in te zien hoe complex de situatie was.”

Samen met mijn vader had ik een grote reis naar Israël gemaakt. Door die reis werd ik natuurlijk ook geconfronteerd met de slechte leefsituatie van de Palestijnen en werd mijn nieuwsgierigheid voor de complexe politieke kwestie alleen maar groter. In Gent had je mogelijkheid om zowel Arabisch als bijbels Hebreeuws samen te studeren, en dat vond ik een mooie combinatie. Zo zag ik een mogelijkheid om zowel van de Arabische wereld als de Joodse cultuur veel op te steken. Ik hou ook veel van talen en literatuur.”

TvMR: Jouw liefde voor literatuur uitte zich ook in een essay: ‘Mens in op stand’. Dat gaat over de rol van literatuur in de strijd voor mensenrechten en een rechtvaardige wereld. Welke plaats heeft literatuur dan in de samenleving volgens jou?

BRIGITTE HERREMANS: “Literatuur laat zich nooit lezen als een handleiding. Men zegt vaak: ‘Literatuur geeft een stem aan de stemlozen.’ Dat is natuurlijk niet genoeg. Je moet ook de stemlozen een plaats geven in het debat.”

“Literatuur laat vaak de kant van de verliezer zien. De bekende Palestijnse dichter Mahmoud Darwish zegt dat hij de dichter is die de alternatieve geschiedenis van Troje belicht, namelijk de kant van de verliezer. Meestal laat de geschiedenis de kant van de overwinnaar zien omdat die de geschiedenis door zijn ogen heeft herschreven. Literatuur stelt ons in staat die verborgen geschiedenis te vernemen. Literatuur kan ook mensen de moed geven, op momenten van wanhoop, om schoonheid te scheppen en de kracht te vinden om aan de hel te ontkomen.”

“Lezers laten zich onderdompelen in een verhaal. Bij een essay is dat anders. Dan ga je vaak nadenken. ‘Wie heeft dat geschreven?’ ‘Vanuit welke ideologie schrijft de persoon?’ Bij een verhaal heeft de lezer een open houding. Literatuur stelt ons daardoor in staat om bij te leren over de wereld en hoe mensen leven. We zijn bij het lezen minder gefocust op onze eigen normen en waarden. Dat kan zowel voordelen als nadelen hebben. De grens is soms heel dun met het verdedigen van schokkende zaken.”

“Hannah Arendt gaf literaire teksten aan haar studenten. Ze vond dat het de enige manier was om iets te begrijpen van de wereld. Andere kunstvormen zijn daar uiteraard ook toe in staat, maar bij literatuur ben je meer verplicht om je verbeelding te gebruiken. Dat zeg ik zonder dat ik een waardeoordeel wil geven over de verschillende kunstvormen die er bestaan. De Palestijnse schrijver Mourid Barghouti, die onlangs is gestorven, zei: ‘De ergste vorm van ballingschap is als je onzichtbaar bent. Ons verhaal wordt geschreven door onze vijanden.’ Dat recht terugnemen om je eigen verhaal te schrijven, dat is een gedachte die bijna alle schrijvers in de wereld delen.”

TvMR: In 2018 werkte je als coördinator voor de Mahmoud Darwish-leerstoel in de BOZAR. Wat was het doel van de leerstoel?

BRIGITTE HERREMANS: “Mahmoud Darwish is een verbindend figuur. Hij schreef over ballingschap en ontheemding, en verdiende zeker meer aandacht. Zijn boodschap en oeuvre bekendmaken was het opzet. Die boodschap luidde: ‘Reduceer de Palestijnen niet tot wat de ander van hen maakt.’ Hij wou hiermee zeggen dat je mensen niet in een hokje mag duwen, maar tegelijkertijd mag je ook jezelf niet in een hokje stoppen. Hij benadrukte sterk dat de verliezer van de geschiedenis zich moet ontworstelen aan zijn slachtofferschap en de manier dat er over hem wordt gesproken. In het begin van zijn schrijverschap was hij gefocust op zijn Palestijnse identiteit, maar op het einde van zijn leven begon hij het vervelend te vinden dat hij enkel in dat ene hokje werd geduwd. Hij evolueerde van een humanistische, nationalistische dichter naar een dichter die schreef over zijn eigen leven en afstand nam van het politieke.”

“De bedoeling van de leerstoel was ook om  kunstenaars en schrijvers uit het Midden-Oosten een platform te geven. De Bozar heeft een traditie van sterke literatuurprogramma’s en om kunstenaars uit verschillende regio’s te belichten. Met de leerstoel nodigden we ook scholen uit en verbonden we de poëzie van Mahmoud Darwish met slampoetry om zo van het stoffige imago van poëzie af te raken. En om jongeren vertrouwd te maken met literatuur. We organiseerden literaire avonden waar we Syrische schrijvers uitnodigden. Persoonlijk vond ik het mooi dat er zowel een publiek was met een grote interesse in het Midden-Oosten als een publiek dat er niet zoveel met bezig is. We vonden het belangrijk om vooral de makers aan het woord te laten, en hen niet per sé te framen als kunstenaars die uit een politiek woelige regio komen. Ze moesten zich niet verantwoorden voor de politieke situatie of hun visie geven als ze daar geen nood aan hadden.”

TvMR: Dat was 2018. Ondertussen werk je aan een doctoraat aan de Universiteit van Gent. Kan je daar iets meer over vertellen?

BRIGITTE HERREMANS: “Ik doe onderzoek in het team ‘justice visions’ bij het mensenrechtencentrum. Dat centrum is gespecialiseerd in overgangsjustitie in landen als Cambodja, Congo, Tunesië, Guatemala, Chili en ook Syrië. Het land Syrië is geen typisch voorbeeld van overgangsjustitie omdat overgangsjustitie vooral gaat over conflicten die voorbij zijn. Maar overgangsjustitie wordt meer en meer gebruikt in situaties van aanhoudend conflict.”

“Mijn onderzoek heeft twee pijlers: kunst en rechtvaardigheid. Wat is overgangsjustitie in Syrië en wat maakt het mogelijk? Hoe biedt het een opening in een situatie van zeer grote straffeloosheid? Daar kijk ik vooral naar strafrechtelijke processen die in het buitenland worden opgestart omtrent mensenrechtenschendingen in Syrië. Maar ik kijk ook naar het activisme van slachtoffergroepen. We willen een onderscheid maken tussen rechtvaardigheid op korte en op lange termijn. Op korte termijn willen we weten wat er met de vermisten is gebeurd, of willen we de doden op een eervolle manier begraven.”

“De tweede pijler is literatuur en cinema. We focussen ons op narratieve kunst. Dan komen we terug aan het begin van het interview. Kan kunst ons in staat stellen om anders te denken over een situatie waar we al een duidelijke mening over hebben? Over Syrië hebben mensen nu het idee dat het conflict bestaat uit het regime en de Islamitische Staat. Het narratief dat het regime een bolwerk is tegen de terreurorganisatie vindt meer en meer ingang. Terwijl dit in mijn ogen, en in de ogen van veel Syriërs, volstrekt fout is als kader om het conflict te bekijken.”

“Heel wat kunstenaars dachten al vanaf het begin van de opstanden na over: ‘Hoe kunnen we een stem geven aan slachtoffers? Hoe kunnen we getuigenissen brengen over de situatie op het terrein? Hoe kunnen we anders kijken  naar het conflict?’ Natuurlijk wordt er dan ook gefocust op het individuele leed en trauma. Een tijdje geleden was ik aanwezig bij de lancering van het charter voor de slachtoffers. Eén van de slachtoffers die in Saydnaya heeft vastgezeten, één van de beruchtste detentiecentra waar bijna niemand nog levend uitkomt, vertelde dat pakkend. ‘Niemand in de wereld gaat jou geloven als je hier levend weggeraakt,’ hadden ze tegen het slachtoffer gezegd. ‘Niemand gaat jou woord voor waar aannemen.’ Dat trof mij heel diep.”

“Literatuur is een blijvende vorm van verzet tegen die narratieve oorlog. Mijn project kijkt naar kruisbestuivingen tussen kunst en rechtvaardigheidsprocessen. Maar ik kijk ook naar: ‘Kunnen we anders naar rechtvaardigheid nadenken dan de zeer reducerende manier dat nu gangbaar is?’ Nu gaat men er maar van uit dat Assad daar nu eenmaal is en dat hij daar zal blijven. Vluchtelingen moeten terugkeren. De belangrijkste doelstelling is om IS niet te laten groeien. Deze manier van denken zorgt in mijn ogen alleen maar voor meer onrecht.”

TvMR: Je haalde al aan dat literatuur kan helpen op moeilijke momenten.  In 2016 werd je de toegang ontzegd tot Israël toen je het land wilde bezoeken. Je moest een nacht in de cel doorbrengen en had toen ook een boek bij.

BRIGITTE HERREMANS: “Mensenrechtenactivisten die bezig zijn met de Palestijnse zaak weten dat ze dat risico lopen. Ik was natuurlijk wel geschrokken en ontdaan om een nacht in een detentiecentrum te zitten. Maar het was iets dat andere mensen voor mij ook al hadden meegemaakt en ik kon me daardoor al voorstellen hoe het is. Ik wist dat het kon gebeuren. Het was geen verrassing, maar het was ook pijnlijk - omdat ik besefte dat het betekende dat me de toegang tot het land lange tijd ontzegd werd.”

“Ik had inderdaad een boek meegenomen en dat hielp mij om niet te veel te hoeven nadenken over de consequenties. Ik ben er vrij kalm onder gebleven, terwijl ik wist dat het mijn leven ingrijpend zou veranderen. Het klinkt misschien vreemd, maar de regio maakt deel uit van wie ik ben. Ik ken de  geschiedenis van België niet bijster goed, maar de geschiedenis van Palestina en Israël ken ik wel goed. En vaak beter dan Palestijnen en mensen uit Israël zelf.”

“Ik heb atlassen doorploegd van verwoeste dorpen en ik heb een oog ontwikkeld voor tekens zoals ruïnes of dennenbomen die niet eigen zijn aan Palestina, en waarschijnlijk geplant zijn door het Joods Nationaal Fonds. Het land, de geur en de mensen zijn mij ontzettend vertrouwd. Ik ga niet beweren dat de regio mijn vaderland is, maar ik voel wel het verdriet van het land door al de schrijvers die ik heb gelezen. Ik ken trouwens ook Israëlische literatuur. De meerstemmigheid van dat land is mij ontnomen. Maar dat neemt niet weg dat ik me nog altijd kan uitspreken over de politieke situatie. Ondertussen heb ik me het zo eigen gemaakt, dat is iets onverwoestbaar.”

“Ik ben daar nu pas mee in het reine gekomen dat ik Israël niet meer binnen mag. Ik wil dat ook niet dramatiseren. Ik ken mensen die hun eigen ouders niet konden begraven in Syrië of Gaza. Wie ben ik dan als Belg om verdrietig te zijn dat ik het land niet meer binnen mag?”

TvMR: Tijdens je studententijd bezocht je ook Syrië.

BRIGITTE HERREMANS: “Het land heeft me toen enorm getroffen. Het was net in de periode van de transitie van vader naar zoon Assad in de jaren 1990. Ik wist wat het betekende om in een dictatuur te leven door de boeken die ik las. Maar toen ik in Syrië was, stelde ik de meest eenvoudige vragen over politiek, en de mensen weigerden hierop te antwoorden. Ze zeiden: ‘De muren hier hebben oren. We weten niet wie we kunnen vertrouwen. Onze neven of onze zussen kunnen bij de inlichtingendienst werken.’”

“Eén van mijn contacten daar zei tegen mij dat ze over bepaalde zaken gewoon niet praten, omdat ze te veel hebben meegemaakt. Toen verwees mijn contactpersoon naar de massamoorden in Hama. De mensen zeggen nooit letterlijk de benaming ervan, maar als ze erover hebben, spreken ze over ‘de gebeurtenissen’. De constante dreiging van staatsterreur heb ik toen heel sterk aangevoeld.”

“Een gevangenis is niet hetzelfde als vastzitten in een detentiecentrum. Je kan ook gevangen zitten in een groot land waar zo’n groot repressieapparaat is opgebouwd dat mensen zichzelf censureren. Ik heb intuïtief ondervonden hoe het voelt om bang te zijn voor een dictatuur. Daarna ben ik in Egypte gaan studeren en focuste me op de Palestijnse zaak. Syrië is mij altijd bijgebleven. Toen de revolutie begon in 2011, voelde ik ook dat het iets ingrijpend zou zijn.”

TvMR: Je woont en werkt in België. Zie je hier ook een gevaar dat het mensenrechtenkader afbrokkelt?

BRIGITTE HERREMANS: “Er zijn gradaties natuurlijk. Ik ben op dit moment vooral bezig met foltering, detentie, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden. Je mag ook mensenrechtenschendingen in België niet relativeren. Ik ben professioneel niet dagelijks bezig met de situatie hier, maar wat ik wel zie in debatten is dat verworven rechten op de helling worden gezet. Kijk maar naar het casus van de Syriëstrijders. Ik heb het moeilijk met de moeders die in de vluchtelingenkampen in Syrië worden ontmenselijkt. En die kinderen van de moeders die daarin worden meegesleurd. Je hebt veel moed nodig in oncomfortabele keuzes zoals deze - keuzes die niet populair zijn bij de publieke opinie. Op momenten als deze gaan mensenrechten op de schop. Idem bij het hele discours rond de vluchtelingen.”

“Hannah Arendt voorspelde dat er categorieën mensen zouden ontstaan, die hun basisrechten worden ontnomen. En dat mensenrechten sterk gebaseerd zijn op natiestaten. In die zin merk je wel dat er een vastgeroest denken is over mensenrechten. Afgelopen decennia zijn er nieuwe uitdagingen op het pad gekomen van beleidsmakers die ertoe geleid hebben dat ze het mensenrechtenkader hebben gedegradeerd. Dat vind ik problematisch. Er wordt een discours gevoerd tegenover ‘de ander’ dat vaak haatdragend is. Er worden bepaalde keuzes gemaakt die het mensenrechtenkader geen eer aandoen.”

TvMR: Hoe kunnen we er dan voor zorgen dat dit discours zich niet verder zet?

BRIGITTE HERREMANS: “Er is geen wonderoplossing. Het is belangrijk om in dialoog te blijven gaan. We hebben moed nodig om tegen de stroom in te gaan en om voor elkaar te kiezen. Om te illustreren met een voorbeeld: er werd een campagne opgezet in de zaak De Pauw. ‘Streep in het zand’ beschermt elkaar. De mensen die de campagne hebben opgestart, zeggen ook dat ze geen oordeel willen vellen over een rechtszaak die gaande is. Maar ze willen wel opkomen voor basisrespect voor de andere. Dat gebeurt soms te weinig. Mensen die een moeilijke keuze maken, worden niet altijd genoeg beschermd door potentiële medestanders. Maar het is ook belangrijk om in dialoog te blijven gaan met mensen die anders denken en die ons bedreigen in onze visie op de maatschappij. Tijdens de coronacrisis is dat een stuk moeilijker geworden, omdat je elkaar niet meer op een informele manier ontmoet.”
 


[*] Hadjira Hussain Khan is redactielid van het TvMR.

[**] Dit stuk verscheen als artikel in het Tijdschrift voor Mensenrechten in juli 2021 (nr.1, pp. 17-20). Vond je het interessant en wil je nog meer lezen? Abonneer je dan op het Tijdschrift voor Mensenrechten. Het Tijdschrift voor Mensenrechten is een uitgave van de Liga voor Mensenrechten en komt vier keer per jaar uit. De redactie is autonoom.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.