Liga voor Mensenrechten pleit voor snelle wijziging van discriminerende wet
21 januari 2009
De politieke commotie en verontwaardiging over het feit dat de familie van Oulematou Niangadou geen schadevergoeding krijgt is groot, en terecht.
De minister van Justitie wil eerst de beslissing van de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden afwachten alvorens stappen te ondernemen en noemt een wetswijziging voorbarig. Omdat de Commissie moet nagaan of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, kan ze op basis van de huidige wet geen andere beslissing nemen dan eerder geformuleerd in haar eerste advies.
De Liga voor Mensenrechten vindt dat een snelle wetswijziging noodzakelijk voor de waarborg van de grondrechten. Grondrechten die ieder mens toekomen louter omdat hij of zij mens is. Ze gelden voor iedereen, los van een geldige verblijfsvergunning en zonder enige vorm van discriminatie. Elke persoon die in België het slachtoffer wordt van een gewelddaad, ongeacht of men al dan niet over een geldige verblijfsvergunning beschikt, moet beroep kunnen doen op de financiële hulp van de Commissie indien men van de rechter een schadevergoeding heeft verkregen.
De huidige wet is discriminerend en is in strijd met het discriminatieverbod zoals vermeld in het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Tot slot is de wet niet verenigbaar met het artikel 191 van de Belgische Grondwet, dat stelt dat "Iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België bevindt, geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, behoudens de bij de wet gestelde uitzonderingen."
De Liga voor Mensenrechten vindt de huidige wetgeving discriminerend en onrechtvaardig en pleit voor een snelle aanpassing van de wet waarin een waarborg wordt geboden voor alle slachtoffers van gewelddaden, ongeacht hun verblijfsstatuut.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.