Het mensenrechteninstituut: Voorzichtige feestvreugde bij de Liga

25 april 2019

Op 25 april 2019 werd de oprichting van een nationaal mensenrechteninstituut plenair gestemd.

Mensenrechteninstituut

België is op de goede weg om op deze kaart donkerblauw te kleuren en daar is de Liga voor Mensenrechten erg verheugd om. Het wetsvoorstel ter oprichting van een nationaal mensenrechteninstituut is namelijk sinds kort goedgekeurd.

Het is een werk van lange adem geweest. De oprichting van het mensenrechteninstituut staat al sinds 2003 in ieder regeerakkoord. België werd namelijk al ettelijke keren op de vingers getikt door de VN en de Raad van Europa omdat we nog geen zo’n instituut hadden. Een gevestigde democratie zoals de onze, die mensenrechten hoog in het vaandel draagt, kon echt niet langer in het rijtje blijven met China, Saoedi-Arabië en Libië wanneer het op mensenrechten aankomt.

De Liga is erg tevreden dat de inspanningen van het middenveld tot resultaat hebben geleid. Ook ministers Koen Geens en Kris Peeters, die het voortouw namen in het federaal parlement om het mensenrechteninstituut gestemd te krijgen, verdienen een grote DANK U WEL.

De nieuwe wet richt een onafhankelijk instituut op dat in eerste instantie federaal zal zijn. Dit wil zeggen dat het enkel advies kan verlenen rond federale materies. Het is wel de bedoeling dat de deelstaten later zullen toetreden, zodat het instituut interfederaal bevoegd zal zijn en het dus in de verschillende regio’s kan waken over onze mensenrechten. Zo’n instituut heeft spreekrecht voor de VN en moet de naleving van mensenrechten in België monitoren. Een sterke mensenrechtenwaakhond dus.

Ook nu de wet gestemd is, blijft er nog heel wat werk op de plank liggen. Omdat mensenrechten teamwerk is, wil de Liga een aantal aanbevelingen formuleren voor deze weg vooruit.  

Aanbevelingen van de Liga

Maak de overstap van een federaal mensenrechteninstituut naar een interfederaal instituut mogelijk.

De wet voorziet in eerste instantie een mensenrechteninstituut op federaal niveau, waardoor alle materie op communautair niveau nog steeds niet onder de bevoegdheid zal vallen van het nieuwe mensenrechteninstituut. Het instituut moet echter interfederaal zijn om een A-status te bemachtigen. Daarom vindt de Liga het belangrijk dat de onderhandelingen met de verschillende regio’s nu al opgestart worden, om geen tijd te verliezen. Aan alle betrokken beleidsmakers wil de Liga graag oproepen om politieke verantwoordelijkheid te tonen en België op het vlak van mensenrechten opnieuw een koploper te maken.

Maak een lijst van de sectorale organen waarvan het mensenrechteninstituut een aanvulling moet zijn.

Indien het mensenrechteninstituut een aanvulling zal bieden, is het nog onduidelijk over welke instellingen het gaat. De Liga raadt aan deze lijst in een Koninklijk Besluit te gieten, zodat de lijst indien nodig flexibel aangepast kan worden.

Verduidelijk de verhoudingen tussen de bestaande sectorale organen en het mensenrechteninstituut en voeg een overzichtsbevoegdheid toe.

Het is nog onduidelijk waarvoor het instituut bevoegd zal zijn. De andere instituten zoals Unia en Myria blijven bestaan. Het mensenrechteninstituut zal een residuaire bevoegdheid krijgen, wat betekent dat het de hiaten zal opvullen zodat binnenkort álle mensenrechten beschermd worden. Maar wie behoudt dan het overzicht tussen de verschillende instellingen? Om efficiënt en effectief mensenrechten te kunnen beschermen, is hier duidelijkheid nodig.  De instellingen zelf moeten weten waar zij verantwoordelijk voor zijn en welke zaken door een andere instelling worden opgevangen. Ook de burger moet weten waar hij of zij terecht kan met een vraag of klacht. Een overzicht vanuit het mensenrechteninstituut kan ervoor zorgen dat de vraag bij de juiste instelling terecht komt. Dit om te voorkomen dat iemand van het kastje naar de muur wordt gestuurd door de complexe samenstelling van de verschillende instanties.

Verduidelijk en versterk de adviesbevoegdheid van het instituut. En geef de mogelijkheid een follow-up antwoord af te dwingen.

De wet omschrijft een adviesbevoegdheid voor het mensenrechteninstituut, al is het nog niet bepaald welke vorm die zal aannemen. Wordt het een vast adviesorgaan van het parlement of wordt er sporadisch om advies gevraagd? Het is van essentieel belang dat er afspraken worden gemaakt over welke thema’s advies wordt gevraagd en op welk moment. Dit om te vermijden dat er inconsequent gevraagd wordt naar advies of dat die vraag veel te laat komt waardoor grondig onderzoek onmogelijk wordt. Voldoende middelen zijn hierbij cruciaal, zodat er weloverwogen en grondig onderzocht advies kan verleend worden.

Bovendien kan het mensenrechteninstituut, zoals het nu staat beschreven in de wet, geen opvolgingsverslag over gegeven advies afdwingen, hetgeen de Liga wel aanbeveelt. Een follow-up zorgt er mede voor dat het advies zeker meegenomen wordt in het verdere wetgevingsproces.

Voeg een evaluatiebevoegdheid toe aan het mensenrechteninstituut.

Momenteel worden de klachten die de bestaande instellingen zoals Unia en de verschillende ombudsdiensten ontvangen amper bijgehouden of geëvalueerd en worden de resultaten niet publiek gemaakt. Doordat het mensenrechteninstituut zelf geen klachtenmechanisme zal hebben, moet het vertrouwen op de klachtenmechanismen van de andere organen. Om zeker te zijn dat die goed werken, is het aangewezen dat het mensenrechteninstituut de klachtenwerking van alle sectorale organen kan evalueren om de werking van de verschillende instellingen te optimaliseren.

Voeg een loketfunctie toe aan het mensenrechteninstituut.

De nieuwe wet omschrijft uitdrukkelijk dat er geen klachtenmechanisme voorzien wordt en burgers zich naar ombudsdiensten of rechters moeten wenden indien ze een klacht willen indienen. Voor de burger is het echter vaak onduidelijk bij wie hij/zij terecht kan. Daarom vindt de Liga het cruciaal dat het mensenrechteninstituut een loket voorziet dat burgers met vragen of klachten naar de juiste instelling doorstuurt. Op die manier wordt er laagdrempelig en transparant de vlotste hulp geboden. De burger mag het slachtoffer niet worden van de complexe structuur die door dit wetsvoorstel wordt behouden.

Voorzie een sterk verankerde dialoog met het middenveld in de structuur van het mensenrechteninstituut.

Een deel van de raad van bestuur van het mensenrechteninstituut zal bestaan uit vertegenwoordigers van het middenveld. Dit is echter de enige manier voor het middenveld om bij de werking van het instituut betrokken te worden. Dit is een gemist kans. We hebben namelijk in België een omvangrijk middenveld met erg veel interessante expertise voor het instituut. In andere landen zoals Frankrijk en Duitsland is die samenwerking met het lokale middenveld sterker verankerd in hun werking. Zo zetelen verschillende middenveldorganisaties daar in de algemene vergadering van het instituut. Het huidige wetsvoorstel voorziet niet in een algemene vergadering. Om toch ook in België een structurele samenwerking te garanderen, beveelt de Liga dan ook aan om de dialoog met middenveldorganisaties structureel te verankeren in de organisatie van het instituut.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.