Privacynieuwsbrief #2

21 maart 2014

Red je privacy

Hallo!

We vallen meteen met de deur in huis: we hebben het gehaald! €5232, verzameld uit 79 giften... and counting! We hadden eigenlijk nooit verwacht dat het zo snel zou gaan. We weten dan ook nog niet goed hoe we iedereen gepast kunnen bedanken, maar we broeden op een idee dat we wel tijdig met jullie zullen delen!

Maar nogmaals: de strijd is nog niet gestreden. Privacy blijft een hot item, waar we blijvend aandacht aan moeten besteden. Het is aan ons om de overheid te confronteren en de maatschappij te informeren: 1984 was bedoeld als fictie, niet als handleiding.

Dus blijven we gaan en blijven we vechten voor onze rechten! En we hebben jullie stem nog steeds nodig, dus blijf mee schreeuwen!

10 redenen om je privacy te redden

Vandaag laten we de cijfers spreken. Verschillende studies tonen namelijk aan dat de dataretentiewet - in het kader van criminaliteits- en terrorismebestrijding - nooit de verwachtingen kan inlossen.

2. De noodzaak van een algemene bewaarplicht werd niet bewezen

      Autoriteiten ter bescherming van persoonsgegevens (Data Protection Authorities of DPA’s), internationale burgerrechtenorganisaties en internetproviders argumenteren dat er onvoldoende werd aangetoond dat een algemene bewaarplicht noodzakelijk is voor de veiligheid van de samenleving en dat bestaande, minder ingrijpende maatregelen (cf. het concept van ‘data preservation’) niet langer volstaan.

      In een advies van 2001, n.a.v. de terreuraanslagen in New York, beklemtoont de Artikel 29 Werkgroep nogmaals de behoefte aan een evenwichtige aanpak in de strijd tegen terrorisme. De groep is van oordeel dat niet alles wat bruikbaar of wenselijk zou kunnen zijn voor de misdaadbestrijding ook als een noodzakelijke maatregel beschouwd kan worden in een democratische samenleving. Zeker niet wanneer dit leidt tot de systematische registratie van alle elektronische communicatie. Er moet volgens hen gestreefd worden naar een evenwichtige aanpak om te voorkomen dat we het soort samenleving dat we net proberen te beschermen, niet gaan ondermijnen.

      Bovenstaande argumenten vormen een extra waarschuwing bij het omzetten van de databewaringsrichtlijn. Dit betekent dat het des te belangrijker is dat de overheid op basis van concrete gegevens aantoont waarom zij oordeelt dat een algemene bewaarplicht ‘absoluut noodzakelijk’ is. Het is van groot belang dat de Belgische regering dit kan aantonen want dit punt wordt beoordeeld door het Grondwettelijk Hof. Wanneer men dit zou willen aantonen, moet men dit doen op basis van bijkomend cijfermateriaal. Indien nog geen nieuw cijfermateriaal voorhanden is, raden wij de Belgische overheid ten zeerste aan om rekening te houden met het cijfermateriaal uit de rapporten van de Europese Commissie en/of EDRi.

      Het “Duitse Federale Agentschap voor Criminaliteit” publiceerde in 2011 een politiestudie. Deze studie toonde aan dat de bewaring van communicatiegegevens niet doeltreffend is voor de vervolging van ernstige criminaliteit. De cijfers toonden aan dat in 2009 meer criminele feiten werden geregistreerd door de politie dan in 2007 (16.814 tegenover 15.790). In 2009 werd, met het gebruik van dataretentie, slechts 83.5% van deze feiten opgehelderd tegenover 84.4% in 2007, zonder hulp van dataretentie.

      Cijfermateriaal dat het voorkomen van ernstige criminaliteit, zoals terreur en georganiseerde misdaad, in België in kaart brengt en op basis waarvan een algemene bewaarplicht gelegitimeerd zou kunnen worden, is hier zeker van belang. Daarnaast is het ook essentieel om inzage te hebben in de statistische gegevens die duiding kunnen brengen inzake de mate waarin, alsook welke, telecommunicatiegegevens door politie en justitie worden opgevraagd bij het oplossen van deze ernstige strafzaken en het al of niet kunnen beantwoorden van deze vraag door de verschillende telecomoperatoren en internetproviders. Ten slotte is het ook heel belangrijk om zicht te krijgen op het aantal ernstige misdaaddossiers die onopgelost bleven wegens een gebrek aan verkeers-en locatiegegevens en in welke mate een omzetting van de databewaringsrichtlijn dit zou kunnen voorkomen.

      Een bewaartermijn van 12 maanden moet bijgevolg geconfronteerd worden met cijfers uit de praktijk. Wanneer politie en justitie gegevens opvragen gaat het volgens ISPA (de Internet Service Providers Association) in 69,3% van de gevallen om gegevens van 0-3 maanden oud, in 22,7% van de gevallen om gegevens van 3-6 maanden oud, in 4,1% van de gevallen om gegevens van 6-9 maanden oud, en in slechts 4% van de gevallen om gegevens van 9 maanden oud of ouder (gegevens afkomstig van Belgacom, Telenet & Mobistar eind 2009).

       

      Volgende week: België gaat verder dan nodig én de wet raakt aan het beroeps- en bronnengeheim.
       

      You'll never walk alone...

      Ben Caudron

      Ben Caudron 

      Socioloog en schrijver

      « De dataretentiewet lijkt mij geen weerspiegeling van een zorgvuldige afweging tussen technologische vernieuwing en het maatschappelijk belang, en de gevaren die erin besloten liggen, lijken me een al even groot kwaad als het onheil waartegen het ons zou moeten beschermen. »


      Joke Van Leeuwen 

      Joke Van Leeuwen
      Auteur en performer
       

      « Ons op verdachten laten lijken, wat denken ze wel met hun bedenkelijke richtlijn. »

       

      Spread the word:

      Facebook  Twitter  Google+  Pintertest  LinkedIn 

      Deel dit artikel

         

      Reageer

      Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.