Privacynieuwsbrief #3
27 maart 2014
Hallo!
Het gaat nog steeds goed vooruit met onze teller, die staat momenteel op €5637 met 85 giften! Keep 'em coming!
Naast een vreugdedansje, hebben we deze week ook nog wat werk verzet: we hebben onze privacy-partners aangeschreven om de boodschap ook via hun kanalen te verspreiden. Ons netwerk loopt zelfs tot in de Verenigde Staten, het land bij uitstek waar privacyschendingen en de alomtegenwoordige Big Brother veel verontwaardiging uitlokken. Met onze procedure en crowdfunding willen we vooral behoeden dat we in Europa dezelfde kant opgaan!
De Veiligheid van de Staat is een ondoordringbaar apparaat. Je kan als individu nooit te weten komen welke gegevens ze gebruiken, noch op welke manier of in welke zaken en toch geeft de overheid hen met deze dataretentiewet een instrument om inzage te krijgen in ieders telecomgegevens. Ook de journalistenverenigingen bekijken de nieuwe wet met argusogen. De gegevens van hun anonieme bronnen zijn nu niet langer beschermd.
3. België gaat verder dan nodig én de wet tast het bronnen- en beroepsgeheim aan.
De richtlijn van 2006 bepaalt dat harmonisatie in de EU wordt nagestreefd op het vlak van “het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit” (artikel 1.1). Het gaat hier om de omschrijving van de taken van gerechtelijke diensten. Er wordt dus niet gesproken over de Veiligheid van de Staat, een veiligheids- en inlichtingendienst. Toch maakt België een wet die ook voor de Veiligheid van de Staat geldt.
Maar er zijn meerdere principiële en praktische punten het voorwerp van discussie waard. In 2008 formuleerde de Privacycommissie een ongunstige advies over het toenmalige wetsontwerp tot omzetting dat voorlag. De tekst vereiste een wijziging op een aanzienlijk aantal punten. Een vergelijking van de huidige wet met de adviestekst van 2008 onthult dat niet alle aanpassingen werden doorgevoerd:
Gelet op het legaliteitsbeginsel, dienen essentiële elementen inzake de bewaring van gegevens (m.n. de te bewaren gegevens en de bewaarduur) in het voorontwerp te worden bepaald.
De te bewaren gegevens per type dienst en de uitzonderingen betreffende de bewaarduur moeten nog steeds bij KB worden bepaald.
Het voorontwerp moet de “zware criminele feiten” verduidelijken waarvoor de bewaarde gegevens kunnen worden gebruikt.
Aan deze aanbeveling werd niet voldaan omdat de gegevens bewaard worden met het oog op toekomstige strafrechtelijke onderzoeken. De operator kan onmogelijk een selectie maken van de te bewaren gegevens aan de hand van een criterium als “zware criminaliteit”, omdat men nog niet weet voor welke feiten die eventueel gebruikt zullen worden.
De toepassing van het voorontwerp en ontwerp KB op de “aanbieders en doorverkopers” dient te worden herbekeken en eventueel moet voor deze categorie in een aparte regeling worden voorzien.
Er bestond in 2008 een akkoord hierover om dit te schrappen maar deze categorie blijkt nu toch te zijn weerhouden in de huidige wet.
Het bewaren van de gegevens voor “kwaadwillige oproepen naar de nooddiensten en ombudsdienst voor telecommunicatie” moet uit de toepassing van het voorontwerp van wet worden gehaald en in een aparte regeling worden gegoten.
Aan deze aanbeveling werd niet voldaan. Er wordt geargumenteerd dat het bestaan van drie verschillende reglementeringen te complex zou zijn. Dus werd één regeling voor de drie categorieën weerhouden.
De toezichthoudende autoriteiten en hun bevoegdheden moeten expliciet worden aangeduid in het voorontwerp.
Aan deze aanbeveling werd niet voldaan.
Er wordt nu geschemerd met het gegeven dat er jaarlijks een rapport zal worden voorgelegd aan het parlement. Dit gaat echter enkel over statistische gegevens en de ervaring met dit soort evaluaties is dat het zuivere windowdressing is. Als het parlement nu al niet alert is, boezemt dit weinig vertrouwen in over de kwaliteit van die jaarlijkse rapporten.
Naast bovenvermelde pijnpunten verstoort een algemene bewaarplicht bovendien het beroepsgeheim van artsen, advocaten, journalisten en geestelijken, evenals politieke en zakelijke activiteiten die vertrouwelijkheid vereisen. Zonder de garantie op privacy zullen mensen minder snel geneigd zijn om met hun problemen een beroep te doen op vertrouwenspersonen.
Een enquête die werd uitgevoerd onder de bevolking in Duitsland in mei 2008 door het onderzoeksbureau Forsa heeft de nefaste gevolgen van de bewaarplicht sinds de introductie ervan in Duitsland reeds aangetoond. 52% van de ondervraagden gaf hierbij aan niet langer telefoon of e-mail te gebruiken bij vertrouwelijke contacten en 11% van de ondervraagden zou zelfs hoegenaamd geen telecommunicatie meer gebruiken. Ook informanten van journalisten zullen bij een algemene bewaarplicht aarzelen om gevoelige informatie door te spelen via telecommunicatie.
Volgende week: de algemene bewaarplicht stuit op veel kritiek binnen Europa.
Jan Blommaert
Sociolinguïst en taalkundig antropoloog
« Het recht op een soevereine private sfeer is een fundamentele vrijheid die behoort tot de erfenis van de democratische verlichting en die slechts door een zeer moeizaam proces verworven is. We hebben geleerd dat net het gerespecteerde onderscheid tussen een private en een publieke sfeer het verschil uitmaakte tussen een democratie en een totalitaire staat, waarin de overheid het totale gedrag van haar burgers reguleert. Het is precies in die private sfeer dat we een individu kunnen zijn, een vrij en autonoom mens wiens gedachten en handelingen in die private sfeer enkel door de eigen verantwoordelijkheid en moraal worden beoordeeld. Wetten die deze fundamentele regel doorbreken plaatsen de overheid aan de kant van de totalitaire regimes die democraten altijd hebben bestreden. Zo’n wetten zijn gebaseerd op een fundamenteel wantrouwen van de burgers door de overheid. Ze zullen uitmonden in een fundamenteel wantrouwen van de overheid door de burgers en, wat nog erger is, van burgers door burgers. »
Martine Simonis
Secretaris-generaal van de AJP (Association des Journalistes Professionels)
« Voor de AJP vormt deze wet een reële bedreiging voor het bronnengeheim van journalisten. Nochtans is dat geheim wettelijk beschermd. Zonder bescherming van journalistieke bronnen is er geen vrijheid van informatie mogelijk. Hier wordt geraakt aan onze vrijheid van meningsuiting. »
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.