Privacynieuwsbrief #5

11 april 2014

Red je privacy

Hallo!

We hebben onze stoute schoenen aangetrokken deze week. Op 1 april verspreidden we de boodschap dat we Edward Snowden hadden gestrikt om naar onze Big Brother Awards te komen. Enkele minuten later hing de ploeg van Terzake al aan de lijn met de vraag of ze hem dan konden interviewen. Geen nood, we moeten onze hoop ik de journalistieke talenten niet verliezen, want ze belden nadien zelf terug om ons te feliciteren met de goede grap.

Daags nadien hebben we alle plooien gladgestreken met ons artikel "Privacy is geen grap". Het belangrijkste is dat we hiermee nog eens de aandacht hebben gevestigd op onze Big Brother Awards, het evenement bij uitstek waar privacy gelauwerd in plaats van genegeerd wordt. Dus kruis alvast 4 juni aan in de agenda, want dan worden de grootste privacyschenders weer op het matje geroepen, dit jaar in de Zebrastraat in Gent. Vanaf 3 mei kan je zelf je stem uitbrengen op www.bigbrotherawards.be

10 redenen om je privacy te redden

De snelheid waarmee het wetsontwerp door de Kamer werd gejaagd wekt de indruk dat de regering, en de meeste parlementairen, de omstreden kwestie behandelt alsof het een alledaagse zaak is. Dit is te meer verontrustend in een regime waarin er sprake is – of zou moeten zijn -  van parlementaire democratie en scheiding der machten. Dit is op twee vlakken problematisch vanuit het oogpunt van de democratie: enerzijds de verdachte spoed waarmee het wetsontwerp doorheen het wetgevend proces werd gehaast, anderzijds de al even verdachte weg die hierbij werd gevolgd, doorheen de Commissies voor Infrastructuur en Financiën.

Vooreerst de verdachte spoed. Op 3 juli is het wetsvoorstel ingediend in de Kamer; op 4 juli werd door Kamervoorzitter Flahaut de urgentie aanvaard; op 9 juli is het wetsontwerp vervolgens besproken in de Commissie Infrastructuur, Verkeer en Overheidsbedrijven. Het is geen geheim dat men de tekst nog graag voor het reces gestemd wil krijgen. De manoeuvres van de regering om een dergelijk belangrijke zaak op enkele dagen door het parlement te jagen tarten alle principes die in een parlementair regime zouden moeten gelden.

Er werd urgentie gevraagd, hoewel de richtlijn al dateert van 2006 en er zeven jaar de tijd is geweest om de wet te maken. Hoe zwaar weegt het principe van urgentie als diegene die de urgentie vraagt zelf aan de basis ligt van de initiële vertraging? Bovendien wordt een ingrijpende privacybeperkende wet nog snel tijdens de vakantie gestemd, wanneer half (democratisch) België reeds elders vertoeft. Hierover stond nog te lezen in Le Vif: “Voter un loi si “privaticide” en trois semaines, pendant les vacances, c’est honteux. Démocratiquement, il y a un problème”. Le Vif citeert de woorden van een jurist die opereert in de marge van de privacycommissie.

De urgentie werd geargumenteerd met de dreiging van sancties door de E.U. via het Europees Hof van Justitie, in navolging van de Zweedse veroordeling op 30 mei 2013. Een zorgvuldige lezing van het arrest leert echter dat Zweden bij een eerder arrest van 4 februari 2010 door het Europees Hof van Justitie was aangemaand om binnen een bepaalde termijn de richtlijn om te zetten, maar heeft nagelaten dat tijdig te doen. Een dergelijk voorbereidend arrest bestond er tegen België vooralsnog niet, dus lijkt het argument voor de hoogdringendheid geenszins valabel. Bovendien zou België zich beter afzetten tegen dergelijke vormen van chantage door de E.U. Elk land behoudt immers de soevereiniteit om te weigeren inbreuken op de fundamentele rechten in te voeren. België zou dus beter de houding van de EU aanklagen in plaats van zich er slaafs door te laten leiden. Des te meer omdat heel wat Europese landen, Duitsland voorop, nog steeds geen dergelijke  wet hebben, om nagenoeg dezelfde redenen.

Elke mogelijkheid tot ernstig debat werd als gevolg van de spoed uit de weg gegaan. De parlementairen hebben de tekst amper enkele dagen voor de bespreking in de Commissie gekregen en dit in een zaak die aan fundamentele rechten raakt, die historische bakens verzet op dat terrein, waar tonnen papier over volgeschreven zijn, waar vier grondwettelijke hoven zich negatief over uitgelaten hebben… Begrijpe, wie begrijpen kan!

Vervolgens de verdachte wegHet wetsontwerp werd achtereenvolgens behandeld door de Commissie Infrastructuur en de Commissie Financiën. Niet door de Commissie Justitie of door de verzamelde Commissies, hoewel het wetsontwerp uitging van de ministers die voor beide Commissies verantwoordelijk zijn. Dit is onaanvaardbaar voor een materie die in essentie gaat over privacy van alle burgers en niet over de uitbreiding van de infrastructuur van de providers en telecommaatschappijen.

Op de site van de Kamer staat als eerste eurovoc descriptor de “eerbiediging van het privé-leven” aangeduid. Terecht, maar volkomen genegeerd door de regering. Onvermijdelijk rijst de vraag hoeveel parlementairen van de Commissie Infrastructuur een grondige kennis hebben van deze kwestie, van de vernietigingen van de nationale wetten door diverse Europese grondwettelijke hoven, alsook van de standpunten van o.a de Ordes van advocaten en van de Liga’s voor Mensenrechten. Gevreesd wordt dat deze kennis ondermaats is.

Volgende week:  een algemene bewaarplicht brengt enorme kosten met zich mee die hoe dan ook voor rekening van de gewone burger zullen zijn.
 

You'll never walk alone...

Elise De Graeve
Post-doctorante à la Chaire e-Gouvernement et au CRIDS

« Stel je je huis voor zonder gordijnen voor de ramen. Zou je je op dezelfde manier gedragen als je ervan bewust was dat iedereen op elk moment kan zien wat je doet? Een maatschappij waarin onze gegevens zonder beperkingen kunnen circuleren, is vergelijkbaar met een huis zonder gordijnen. We kunnen ons makkelijk voorstellen dat de gevolgen voor onze persoonlijke ontwikkeling vergelijkbaar zijn: we zouden ons verplicht voelen om ons aan te passen aan een opgelegd model om problemen te vermijden. »


Spread the word:

Facebook  Twitter  Google+  Pintertest  LinkedIn 

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.