Snelrecht tegen vreedzame actievoerders is intimidatie

23 september 2003

Een snelrechtprocedure gebruiken om de actievoerders tegen de Amerikaanse militaire transporten te berechten, is voor de Liga voor Mensenrechten pure intimidatie. Zeker met politiek geïnspireerde “misdrijven”, moet zeer bedachtzaam worden omgesprongen. Het hanteren van een snelrechtprocedure lijkt eerder ingegeven door strategische motieven dan door de bekommernis om een efficiënte rechtsgang. Andere potentiële actievoerders afschrikken, daar draait het om.

Fundamenteler dan de gebruikte procedure is echter het feit tout court dat mensen vervolgd worden omwille van een vreedzame politieke actie. En dat het vreedzaam fysiek verzet tegen de voorbereidingen van een offensieve oorlog onder die categorie thuishoren, kan niemand betwisten. De aanklacht luidt “het kwaadwillig belemmeren van het spoorverkeer” (art. 406 Strafwetboek). Van kwaadwilligheid kan bij vreedzaam politiek protest geen sprake zijn. De parlementaire voorbereidingen maken duidelijk dat stakingsacties, sit-ins en andere protestuitingen niet onder het toepassingsveld vallen van art. 406 SW. De aanklacht tegen de actievoerders berust juridisch gezien dan ook op drijfzand. Ze kadert in de toenemende tendens naar criminalisering van politieke actie. Wie niet in de pas loopt, wordt vervolgd. Dat de fundamenten van onze democratische rechtsstaat in het gedrang komen wanneer politieke actie wordt onmogelijk gemaakt, is voor de Liga zonneklaar.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.