Uitbreiding minnelijke schikking in vraag gesteld

29 mei 2012

De Liga overweegt een procedure op te starten voor de Raad van State om de vernietiging te bekomen van de gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal met betrekking tot de verruimde minnelijke schikking inzake strafzaken.

In een gemeenschappelijke omzendbrief, die zaterdag in De Tijd werd onthuld, geven de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal, magistraten van het Openbaar Ministerie (OM) instructies over het toepassen van artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering, waarin op 14 april en 11 juli 2011 de minnelijke schikking in strafzaken wettelijk wordt geregeld. Zonder tromgeroffel, zonder noemenswaardig parlementair of maatschappelijk debat, krijgt het OM het alleenrecht om wat voor reden dan ook minnelijke schikkingen voor te stellen voor misdrijven waarop tot 20 jaar cel staat. Het gaat om een stille revolutie waarbij zowel onderzoeksrechters als strafrechters in feite vleugellam worden gemaakt. Het OM kan  grote gerechtelijke fraudeonderzoeken zomaar afbreken en de onderzoeksrechter volledig buiten spel zetten. Het OM kan zelfs een uitspraak van de strafrechter overrulen. De rondzendbrief benadrukt in dat verband dat het OM een lagere geldboete kan voorstellen indien ‘bijzondere omstandigheden’ dit rechtvaardigen. Aldus vlijt het OM zich neer op de stoel van de strafrechter en neemt diens rechtsprekende functie over. Een ongeziene aantasting van het grondwettelijk beginsel van de onafhankelijkheid van de rechter. Doordat het OM eigenhandig en binnenskamers over de opportuniteit en de hoogte van de geldboete beslist, loeren willekeur en klassenjustitie om de hoek.

De ene fraudeur krijgt een minnelijke schikking. De andere niet. De omzendbrief benadrukt dat het OM een geldboete moet voorstellen die rekening houdt met de zwaarte van de feiten. Individuele parketmagistraten hebben daarover zo hun eigen mening. Al bij al dreigt de verruiming van de minnelijke schikking een zegen te worden voor grote fraudeurs. De omzendbrief geeft ten indicatieve titel aan dat bij fiscale misdrijven gedacht kan worden aan een geldboete die 10% van de ontdoken belasting/bijdrage voor natuurlijke personen en 15% voor rechtspersonen beloopt. Zo kunnen tientallen miljoenen verdwijnen in de zakken van grote fraudeurs, terwijl constant wordt geschreeuwd om een harde aanpak van kleine criminaliteit of overlast. Dit alles kan gemakkelijk leiden tot een klassenjustitie, minstens tot een justitie met twee snelheden. Vermogende fraudeurs kunnen met hun geldbuidel rammelen om hun blanco strafblad te behouden, terwijl heel gewone burgers die niet over een dikke portemonnee beschikken, achter slot en grendel verdwijnen. Armoede wordt aldus tot een soort verzwarende omstandigheid verheven. De Raad van State drong erop aan dat het parlement, de wetgevende macht, zou bepalen welke misdrijven al dan niet voor een minnelijke schikking in aanmerking zouden komen. De minister van Justitie wees dit van de hand om de beoordelingsvrijheid van het OM intact te houden. Daarom wordt nu aan de omzendbrief een indrukwekkende ‘indicatieve lijst’ van misdrijven toegevoegd waarvan de straf kan worden afgekocht. Het gaat niet alleen om financiële en fiscale misdrijven maar ook om misdrijven zoals smaad, diefstal zonder geweld, bendevorming, opzettelijke slagen en verwondingen zonder ziekte of ernstige arbeidsongeschiktheid, valsheid in geschrifte, corruptie, oplichting, heling en witwassen. Alleen misdrijven die ‘een zware aantasting van de lichamelijke integriteit’ inhouden, komen niet in aanmerking voor een minnelijke schikking. Een wazig begrip waarover alleen het OM oordeelt. De Liga vindt dat het niet toekomt aan een minister of een College van procureurs-generaal om in de plaats van het parlement aan te duiden welke misdrijven voor een minnelijke schikking in aanmerking komen. Het is een slechte manier om justitie naar de 21ste eeuw te tillen en om het vertrouwen van het publiek in het gerecht te herstellen. Dat vertrouwen zal er niet komen zolang niet wordt uitgegaan van rechtsgelijkheid en onafhankelijkheid van de rechter.

Contactpersoon: Jos Vander Velpen

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.