Verslaafden hebben hulp nodig, iets wat ze in de gevangenis niet krijgen

18 februari 2014

Kim Van Den Broeck pleegde zelfmoord in de gevangenis. De vrouw raakte op jonge leeftijd al verslaafd aan drugs. Ze beroofde zich van het leven tijdens een strenge tuchtstraf van drie weken die ze had gekregen voor het roken van een joint. Drugverslaving in de gevangenis is een groot probleem. Er is onvoldoende begeleiding en hulp om mensen te laten afkicken. Gevolg? Ze zijn er even erg aan toe als ze uit de gevangenis komen. Dit terwijl een gevangenisstraf er voor zou moeten zorgen dat gedetineerden er als een beter mens buiten komen. Op basis van de Basiswet heeft een gedetineerde in principe recht op gezondheidszorg die gelijkwaardig is aan deze in de vrije samenleving. Dit is in praktijk echter vaak niet het geval.

In het programma Alloo in de gevangenis trok Luc Alloo naar de gevangenis van Hasselt. Het was daar dat hij de Kim Van De Broeck ontmoette, een vrouw die al sinds jonge leeftijd met drugs in aanraking kwam. Luc Alloo pleit hierbij voor een meer menselijke aanpak, meer begrip en psychologische ondersteuning.

Gebrek aan hulpverlening in de gevangenis

Het is nu eenmaal geweten dat gevangenissen niet drugsvrij zijn en dat verslaafden er geen behandeling krijgen. Het is zelfs opmerkelijk dat 11% van de druggebruikers voor het eerst heroïne begint te gebruiken in de gevangenis. Volgens sommige ex-gedetineerden is het zelfs makkelijker om aan drugs te geraken binnen de gevangenis dan erbuiten. 

Een tijd geleden, tussen februari en april 2013, werd er in de gevangenis van Gent een onderzoek gevoerd naar de noden en behoeften van gedetineerden inzake het penitentiair drugsbeleid. De resultaten waren opmerkelijk: volgens de gedetineerden bestaat er weinig tot geen mogelijkheid tot hulpverlening. Er bestaan wel diensten (Centraal aanmeldingspunt, CAP en Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, CCG), maar de lange wachttijden, alsook de beperkte duur van de gesprekken en de beperkte frequentie van de gesprekken zorgden ervoor dat de gedetineerden er geen beroep meer op deden.

Een ander opmerkelijk feit is dat gedetineerden vertelden dat de eigenlijke drughulpverlening pas kan beginnen na de vrijlating of eens het einde van de vrijheidsstraf in zicht is.

De drugbehandelingskamer (DBK) te Gent

De DBK te Gent fungeert als een aparte kamer binnen de rechtbank van eerste aanleg. Hiermee wil men druggerelateerde criminaliteit aanpakken door problematische gebruikers die tegen de lamp liepen de kans te bieden naar de drughulpverlening te gaan via tussenkomst van een liaison (dit is iemand uit de drughulpverlening die de beklaagde bijstaat en de meest geschikte hulpverleningsvorm voorstelt). Hierbij wordt gekozen voor een heel betrokken aanpak en wordt de beklaagde door dezelfde rechter ook op geregelde tijdstippen gehoord en opgevolgd. De liaison stippelt samen met zijn cliënt een individueel traject uit, dat ook rekening houdt met situaties die de drugsproblemen in stand houden. Heel veel drugsgebruikers hebben ook andere problemen: ze zijn dakloos, hebben schulden en hebben geen banden meer met familie of vrienden.

De resultaten van de DBK zijn positief. Bij 80% daalde de recidive, 3/4de recidiveerde namelijk niet in de eerste 18 maanden volgend op hun DBK-traject en 1/4de pleegde in deze periode gemiddeld minder feiten dan voor de DBK. De DBK blijkt ook op andere levensdomeinen positief: de cliënten werden succesvol doorverwezen naar drughulpverlening, begeleid bij financiële problemen en zetten de stap naar de arbeidsmarkt.

De noden in de gevangenis

De DBK werkt goed en zou dringend moeten uitgebreid worden naar andere arrondissementen, maar ondertussen moeten de gedetineerden die verslaafd zijn dringend geholpen worden. In bovenvermeld onderzoek werd ook gepolst bij de gedetineerden naar wat er in de toekomst nodig zou kunnen zijn op het vlak van beleidsmaatregelen binnen de gevangenis. De gedetineerden gaven aan dat er een groot gebrek is aan drughulpverlening binnen de gevangenis. Er is een duidelijke vraag naar een groter aanbod van begeleiding en hulpverlening. Het meest populaire voorstel is het inschakelen van externe drughulpverleningsorganisaties zoals De Sleutel. Ook ervaringsdeskundigen en onafhankelijke vertrouwenspersonen zouden op het vlak van hulpverlening een meerwaarde kunnen bieden.

Er is op het vlak van drughulpverlening nog veel werk aan de winkel in de gevangenis. Niet alleen moet de DBK verder uitgebreid worden naar andere arrondissementen. Er moet binnen de gevangenis ook dringend werk worden gemaakt van drugspecifieke hulpverlening, zodat gedetineerden de hulp kunnen krijgen die ze verdienen.

 

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.