Rapport van het VN-Mensenrechtencomité
29 november 2010
Op 14 en 15 oktober 2010 bracht de Belgische overheid verslag uit over haar vijfde periodieke rapport voor het Mensenrechtencomité van de VN. Vrijdag laatstleden werden de conclusies van het comité publiek gemaakt. In haar rapport van het comité haar bevindingen samen over de behandeling van gedetineerden en geïnterneerden in penitentiaire instellingen, klaagt ze het politiegeweld tegen burgers aan en uit ze haar vrees omtrent het gebruik van tasers door de politiediensten.
Een eerste en reeds lang aanhoudend probleem is de overbevolking van de gevangenissen, de verouderde gebouwen en het feit er geen onderscheid bestaat tussen de gevangenen naargelang hun regime. Het comité benadrukt nogmaals dat er nog steeds geen uitvoeringsbesluiten genomen zijn ter uitvoering van de wet Dupont. Meer bepaald de klachtenprocedures voor de gevangenen zijn nog steeds dode letter. Dit schendt de artikelen 7 (verbod op foltering) en 10 (de waardige behandeling van gevangenen) van het BUPO-verdrag.
Verder is het comité bijzonder ongerust over de behandeling van geïnterneerden in het reguliere gevangeniscircuit. Daarbij verwijst ze naar de lange wachttijd van geïnterneerden vooraleer ze overgebracht worden naar een centrum van sociaal verweer. Het comité dringt erop aan om de nodige plaatsen te voorzien in aangepaste instellingen en de levenscondities te verbeteren.
Voorts ontbreken ook de nodige garanties voor arrestanten, zoals de toegang tot een advocaat of een dokter. Het comité dringt er dan ook op aan om dat de nodige maatregelen te nemen om tijdens de eerste uren van de aanhouding het recht op een advocaat te garanderen.
Een tweede belangrijk thema in het rapport betreft de werking van de politiediensten. De klachten over gebruik van excessief geweld door politie en het inzetten van vuurwapens blijven een pijnpunt. Er wordt rechtstreeks verwezen naar het misbruik van bestuurlijke aanhoudingen tijdens de betogingen van 29 september en 1 oktober in Brussel. Bovendien stelt het comité vast dat klachten van burgers niet tot sancties leiden. Het comité stelt een schending vast van de artikelen 7 (verbod op foltering) en 9 (verbod van willekeurige arrestaties) van het BUPO-verdrag en vraagt geïnformeerd te worden over de behandeling van de klachten ingediend naar aanleiding van de betogingen.
Een derde belangrijk thema in het rapport is het gebruik van stroomstootwapens door de politiediensten. Het comité stelt zich vragen bij de fysieke gevolgen van het gebruik ervan. In het bijzonder klaagt het comité aan dat het wapen helse pijnen en levensbedreigende verwondingen toebrengt. Dit maakt inbreuk op de artikelen 6 (het recht op leven) en 7 (verbod op foltering) van het BUPO-verdrag. Het comité eist dat de Belgische staat ernaar streeft het aanwenden van de taser stop te zetten. Indien de taser toch verder wordt gebruikt, dan moet de staat de nodige regulering en voorwaarden voorzien. Het comité raadt in ieder geval de staat aan om een evaluatie te doen over de effecten van het aanwenden van de taser.
Het Mensenrechtencomité van de VN is bijzonder kritisch voor België. Enkele kritieken blijven zich herhalen of werden vroeger door het CPT geuit. De Liga voor Mensenrechten hoopt dat de Belgische autoriteiten de aanbevelingen van het comité ter harte nemen.
Het volledige rapport van het VN-Mensenrechtencomité is consulteerbaar op: www.ccprcentre.org/doc/HRC/Belgium/CCPR.C.BEL.CO.5_fr.pdf
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.