"We moeten betalen om bespioneerd te worden"
15 oktober 2013
Uw surf- en belgedrag kent vanaf nu geen geheimen meer voor de Belgische overheid. Met een nieuw Koninklijk Besluit van de ministers van Economie, Johan Vande Lanotte (SP.A), en van Justitie, Annemie Turtelboom (Open VLD), worden operatoren verplicht om voortaan alle mogelijke communicatiegegevens op te slaan. Hoeveel mails u verstuurt, hoe u Skype gebruikt, waar en hoelang u mobiel belt, met wie u in contact staat,… Zelfs uw betalingsgegevens worden verzameld in een databank en één jaar lang bijgehouden. De ministers zetten daarmee een Europese richtlijn uit 2006 om in Belgische wetgeving.
Die dataretentierichtlijn kwam er in de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001 en moest helpen bij het onderzoeken van ernstige criminaliteit. Maar de Belgische regering gaat met deze wet verder dan de Europese richtlijn, zegt Caroline De Geest van de Liga voor Mensenrechten. “Vandaag worden enkel telefonische gegevens bijgehouden. Met de Europese richtlijn komt daar ook alle internetverkeer bij. Maar de Belgische regering wil ook alle betalingsgegevens een jaar lang bijhouden. Volgens de richtlijn krijgen bovendien enkel politie en gerecht toegang tot de gegevens. In België zal ook de Staatsveiligheid bevoegd zijn. En met veiligheidsdiensten moet je opletten, want de burger heeft geen enkele manier om die te controleren. Ik denk dat het afluisterschandaal met de Amerikaanse NSA dat toch wel aantoont.”
De NSA scande natuurlijk alle communicatie ook op inhoud. Dat is met deze wet niet het geval.
CAROLINE DE GEEST: “Dat is inderdaad het grote verschil. Maar ik denk dat er weinig garanties zijn om misbruiken zoals bij de NSA tegen te houden. Daarvoor zijn de controlemechanismen te onduidelijk. In de wet staat dat de privacycommissie toezichthouder is, maar wordt er niet gerept over welke sancties die kan opleggen. »Kijk, de gegevens worden nu opgeslagen voor de bestrijding van ‘ernstige misdrijven’. Maar ik kan me goed voorstellen dat als men bijvoorbeeld wil nagaan welke politieke contacten voorafgaan aan verkiezingen of bij bepaalde commerciële deals, die databank toch gebruikt zal worden. En dan hebben we het nog niet eens over de mogelijkheid dat die databank gehackt wordt.”
Maar als je niets te verbergen hebt, hoef je toch ook niets te vrezen?
DE GEEST: “Dat is toch niet ernstig? Alsof privacy enkel aan criminelen toebehoort. Door al je communicatieverkeer bij te houden, keert men eigenlijk het vermoeden van onschuld om. Met deze wet is vandaag iedereen verdacht tot er een bewijs van het tegendeel is. Dat we zelf al veel prijsgeven via sociale media, is nog zo’n gemakkelijk argument. Maar daar kies je er tenminste zelf voor. Met deze richtlijn is er gewoon geen ontsnappen aan. De enige manier om dat te doen, is niet communiceren. »Trouwens, al die extra data zorgen ook voor de nood aan extra opslagruimte. Dat brengt een kostenplaatje met zich mee. De EU besliste in 2011 dat de overheid de providers moet compenseren, maar dat zie ik in de huidige Belgische wet niet staan. Het valt dus te verwachten dat de providers hun kosten zullen doorsluizen naar ons. Zo moeten wij dan betalen voor de inbreuk op onze privacy.”
Uit Duits onderzoek bleek intussen dat het effect van de richtlijn eerder beperkt blijft: er werd geen stijging van het aantal opgehelderde feiten vastgesteld.
DE GEEST: “Ook bij ons zijn er politiecijfers die aantonen dat men het in 85 procent van de gevallen kan doen met de informatie die men nu al heeft. Dus voor die kleine 15 procent moeten die bevoegdheden dusdanig uitgebreid worden? Je kan je daar vragen bij stellen. Je moet opletten dat je niet verzeilt in massasurveillance. Bovendien werd de wet in Duitsland, Roemenië, Tsjechië en Cyprus al vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Ook wij stappen trouwens naar het Grondwettelijk Hof, omdat we vinden dat de richtlijn in strijd is met de privacybepalingen uit het Mensenrechtenverdrag.” (NDL)
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.