11 september tastte onze grondrechten aan

30 september 2011

Van bewaking van burgerrechten naar bewaking van burgers

Na 11 september werden allerhande burgerlijke vrijheden zonder mokken opgeofferd. Veiligheid voor alles. In rap tempo nam de overheid maatregelen die in een ander tijdsbestek als buitensporig en zelfs Orwelliaans zouden zijn bestempeld. De maatregelen werden verkocht met verwijzing naar WTC, Madrid en Londen. Maar wat begon als anti-terreurmaatregelen eindigde als controle op onverdachte burgers.

Glazen samenleving

Sinds 11 september wil de overheid het liefst over zo veel mogelijk gegevens van alle burgers beschikken. In de strijd tegen terrorisme kregen politie- en veiligheidsdiensten steeds meer bevoegdheden. De privacy van de burger werd stapje voor stapje afgebroken door meer cameratoezicht, een aanzienlijke verruiming van de wettelijke mogelijkheden om burgers te bespieden, te observeren en af te tappen (BOM en BIM: de zogenaamde wet op de bijzondere opsporingsmethoden en op de bijzondere inlichtingenmethoden), het biometrisch paspoort, de verplichting van aanbieders van telecomdiensten om alle bel-, surf-, chat- en mailgegevens van hun klanten te bewaren, de uitbouw en koppeling van enorme databanken (Europol, Schengen) en het opslaan van een berg privégegevens van luchtvaartpassagiers (PNR). Vooral de combinatie van al deze maatregelen en technologieën maakt de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer steeds indringender. Het merkwaardige is dat de meeste Belgen het helemaal niet erg lijken te vinden dat ze in een glazen samenleving terecht zijn gekomen. En ook slechts een klein aantal politici maakt zich vooralsnog druk om het feit dat de overheid haast alles van de burger weet, zonder dat deze het doorheeft. De vraag of zulke maatregelen nog proportioneel en doeltreffend zijn, hoeveel macht de overheid zich ermee verwerft en of er nog enige adequate controle mogelijk is, lijkt niet aan de orde te zijn. Vandaar dat de mensen al te gemakkelijk zeggen: ik heb niets te verbergen, dus ik heb niets te vrezen.

Nooit onopgemerkt

Wat is onze privacy 10 jaar na 11 september nog waard? Bekijken we een banale dag uit het leven van Tina die met haar Turkse vriend Tarik naar Florida reist. Voor zijn vertrek klapt Tarik zijn laptop open om enkele e-mails naar zijn collega's te sturen. Daarna bezoekt hij de website van zijn Amerikaans hotel en stuurt een sms'je naar zijn moeder. Beseft Tarik dat providers op grond van de Europese databewaringsrichtlijn van 2006 alle bel-, e-mail-, surf- en chatgegevens van alle Belgen en Europeanen maximum 2 jaar moeten bewaren, zodat Europese politie- en inlichtingendiensten kunnen zien wie met wie waarvandaan gebeld, ge-sms't en gemaild heeft en welke websites mensen bezocht hebben? In Brussel stapt het koppel uit de trein. Overal zijn er camera's. Niet minder dan 2.800 camera's houden de Belgische stations in de gaten. Tarik begint zich stilaan bekeken te voelen. Niet op letten, zegt Tina. De camerawet van 2007 waakt immers over de finaliteit en de proportionaliteit van privacy-schendingen en beperkt de bewaartijd van de beelden tot één maand. Maar er is een onverwacht probleem: de handhaving van die wet schiet ruimschoots tekort. Op de luchthaven in Zaventem is het druk. Tarik wenst een halalmaaltijd aan boord, maar de brave man is niet op de hoogte van de overeenkomst die geldt tussen de EU en de VS inzake verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens). Deze overeenkomst van 2007 verplicht de vervoersmaatschappijen allerlei persoonlijke gegevens, zoals nationaliteit en maaltijdvoorkeur, aan het Amerikaanse Department of Homeland Security door te geven. Over de intenties van de Amerikaanse autoriteiten maken onderzoekers zich weinig illusies. De Amerikanen azen op 'profielinformatie' en proberen 'verdachte' patronen in de berg gegevens te ontdekken. Straks wil de EU gelijkaardige overeenkomsten met Australië en Canada afsluiten. Erger nog, de Europese Commissie wil zelfs het toepassingsgebied van de PNR-overeenkomsten uitbreiden naar vliegreizen van en naar Europa. Tina en Tarik zijn nog niet vertrokken. Ze moeten nog enkele tijdrovende veiligheidscontroles ondergaan, maar de veiligheidsagenten zeggen troostend dat het binnenkort allemaal veel comfortabeler zal verlopen want het Europees parlement stemde onlangs in met het gebruik van bodyscanners. Leuk om te weten. Bij de douane haalt Tarik zijn biometrisch paspoort boven – een vernuftig ding is het met een van afstand afleesbare chip die zo'n beetje al zijn personalia bevat, inclusief foto en vingerafdruk. Er zijn plannen om de vingerafdrukken en foto's uit het nieuwe paspoort centraal op te slaan. Zover zijn we gelukkig nog niet. In de taxfree shop koopt Tina nog gauw wat leuke spullen. Ze betaalt met de kaart, niet vermoedend dat Swift de financiële transactiegegevens van Europese burgers mag doorspelen aan het Amerikaanse Traesury Department. Ja, Tina en Tarik vinden het nu welletjes.

Een les?

11 september is alweer 10 jaar geleden. Is het niet langzaam hoog tijd dat er een einde komt aan de verzamelwoede van de overheid? Het massaal opslaan van privégegevens van onverdachte burgers is immers een onaanvaardbare inbreuk op de privacy. Veiligheidsmaatregelen die de grondrechten ernstig beknotten, moeten geregeld geëvalueerd worden. Adequate controle door parlement en justitie is voorzichtig gezegd onontbeerlijk. De aanslag van 11 september, hoe verwerpelijk ook, kan nooit de verregaande aantastingen van onze grondrechten rechtvaardigen die er door sommige overheden aan werden verbonden. Laten we dus eindelijk nederig bekennen: de stelling dat de veiligheid zou zijn gediend met het opgeven van burgerrechten klopt van geen kanten.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.