Advies van de Liga voor Mensenrechten i.v.m. het wetsontwerp inzake woonstbetredingen bij irreguliere vreemdelingen

23 januari 2018

Advies van de Liga voor Mensenrechten aan de commissie voor Binnenlandse Zaken i.v.m. het wetsontwerp van 7 december 2017 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen teneinde de uitvoering van de maatregelen tot verwijdering te garanderen (DOC 54 2798/001).

*De Liga voor Mensenrechten wenst nadrukkelijk te benadrukken dat zij opteren voor het gebruik van het woord irreguliere vreemdeling i.p.v. illegale vreemdeling. Dit omdat het gebruik van het woord illegaal een negatieve connotatie oproept en stigmatisering in de hand werkt. Voor de duidelijkheid gebruiken wij in de tekst hieronder toch het woord illegaal aangezien er daarvan gebruik wordt gemaakt in het wetsontwerp.*

Gelet op het feit dat er nog verschillende zaken in het wetsontwerp zeer vaag blijken, stelde de Liga voor Mensenrechten enkele opmerkingen en vragen ter verduidelijking op.

  1. De Liga voor Mensenrechten maakt uit het wetsontwerp op dat de politie, wanneer een vreemdeling niet vrijwillig gevolg geeft aan een bevel om het grondgebied te verlaten, in de toekomst de expliciete machtiging van de onderzoeksrechter zal nodig hebben om een private woning te betreden alsook de betrokken illegale vreemdeling die er verblijft bestuurlijk aan te houden en over te brengen naar een gesloten centrum of woonunit. Deze machtiging kan slechts eenmalig gebruikt worden voor de desbetreffende persoon op het aangegeven adres. Andere illegaal verblijvende vreemdelingen (andere dan die voor wie men een machtiging had aangevraagd) die tijdens de woonstbetreding eveneens aanwezig zijn, kunnen niet bestuurlijk worden aangehouden.

    In het wetsontwerp wordt daarnaast duidelijk aangegeven dat het is opgesteld naar het voorbeeld van de artikelen 23 en 24 van het Sociaal Strafwetboek1 . Aldus wordt verwezen naar het feit dat de sociaal inspecteurs in het volgende geval toegang hebben tot de bewoonde ruimten: wanneer ze zich tot vaststelling op heterdaad van een inbreuk ter plaatse begeven. Dit was een praktijk die in het verleden werd toegepast door de politie om vreemdelingen in illegaal verblijf over te brengen naar een gesloten centrum of woonunit.

    De Liga voor Mensenrechten had graag verduidelijking gehad. Zal in dat geval toch een woonstbetreding plaatsvinden, of is ook hier een machtiging van de onderzoeksrechter vereist? Mocht die machtiging niet nodig zijn, dan bestaat de vrees dat de politie in alle gevallen zal motiveren dat het om een betrapping op heterdaad gaat, zoals voorzien in het Sociaal Strafwetboek, en zal de nieuwe procedure dode letter blijven.

    De Liga voor Mensenrechten vraagt op dit punt verduidelijking van de Commissie voor Binnenlandse Zaken.

  2. In de artikelsgewijze toelichting op pagina 16 van het wetsontwerp wordt duidelijk gesteld dat andere illegaal verblijvende vreemdelingen (andere dan degene voor wie men een machtiging tot woonstbetreding had aangevraagd) die tijdens de woonstbetreding eveneens aanwezig zijn, niet bestuurlijk kunnen worden aangehouden. Niettemin vreest de Liga voor Mensenrechten dat op de andere illegaal verblijvende vreemdelingen in de praktijk druk zal worden uitgeoefend om ‘spontaan’ met de politie mee te gaan en dat in het proces-verbaal zal worden genoteerd dat zij ‘op vrijwillige basis’ zijn meegegaan.

    De Liga voor Mensenrechten vraagt zich daarom ernstig af of de huidige waarborgen in de tekst van het wetsvoorstel omtrent de ‘andere personen’ in de woonst voldoende groot zijn.

  3. Het wetsontwerp voorziet geen afzonderlijk beroep tegen de machtiging tot woonstbetreding. De woonstbetreding kan enkel worden aangevochten in het kader van het beroep tegen de detentie van de vreemdeling.

    De Liga voor Mensenrechten meent dat het problematisch is dat er geen mogelijkheid bestaat om apart beroep aan te tekenen tegen de machtiging tot woonstbetreding. De artikelen 6 en 13 EVRM vereisen dat een effectief beroep toelaat om de rechtmatigheid van een woonstbetreding ook a posteriori te toetsen.

    De Liga voor Mensenrechten vraagt dan ook dat de Commissie voor Binnenlandse Zaken verduidelijkt op welke wijze de woonstbetreding a posteriori kan worden aangevochten wanneer de vreemdeling niet in detentie wordt gehouden, maar onmiddellijk wordt verwijderd.

  4. De Liga voor Mensenrechten maakt zich ernstige zorgen over artikel 75 (tweede en derde lid) dat de mogelijkheid geeft aan de strafrechter om de illegale binnenkomst en of het illegale verblijf te bestraffen met een gevangenisstraf.

    De Liga meent dat de illegale binnenkomst of het illegaal verblijf ten hoogste beschouwd kunnen worden als administratieve inbreuken.

    De Liga voor Mensenrechten verzet zicht tegen het principe van het strafbaar stellen van de illegale binnenkomst en het verblijf omwille van de volgende redenen:
    • De strafrechtelijke beteugeling is in deze niet noodzakelijk en proportioneel;
    • dergelijke maatregelen creëren een obstakel in de toegang van irreguliere migranten tot het gerecht;
    • criminalisering creëert een obstakel in de toegang van irreguliere migranten tot basisrechten, zoals gezondheidszorg en onderwijs.

 

1 Zie pagina 13 van het wetsontwerp

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.