Zwarte lijst met terreurverdachten miskent rechten van verdediging

30 september 2008

Europees Hof voor Justitie vernietigt Europese verordening die de zwarte lijst met terreurverdachten van de VN omzet naar Europees recht.

Het Europees Hof voor Justitie te Luxemburg heeft in een arrest op 3 september 2008 de Europese verordening vernietigd die de lijst met terreurverdachten van de Verenigde Naties, en de daaraan gekoppelde verplichtingen, omzet naar Europees recht. Het Europees Hof voor Justitie is immers van oordeel dat deze Europese verordening in strijd is met fundamentele mensenrechten vermits de rechten van de verdediging alsook het eigendomsrecht worden miskend. Het gevelde arrest vormt een belangrijke juridische primeur omdat het Hof oordeelde dat ook bij het uitvoeren van VN-bepalingen — die voorrang hebben op interne, Europese bepalingen — een mensenrechtelijke toets niet kan worden geweigerd.

De lijst met terreurverdachten van de VN werd naar aanleiding van resolutie 1267 op 15 oktober 1999 in het leven geroepen en viseert personen of organisaties die verdacht worden van banden met de Taliban of Al-qaida. Het bewijsmateriaal hiervoor wordt door inlichtingendiensten verstrekt en vervolgens bestudeerd door een speciaal sanctiecomité van de VN Veiligheidsraad. Deze VN resolutie legt de lidstaten tevens 3 verplichtingen op: de financiële tegoeden van al de personen of organisaties op deze lijst moeten worden bevroren; aan de betrokkenen mogen geen wapens worden geleverd en ze mogen het grondgebied van de Europese Unie niet betreden of verlaten. Voor de bevriezing van de financiële tegoeden en het reisverbod kunnen weliswaar beperkte humanitaire uitzonderingen worden toegestaan, maar alleen de staat waar de betrokkene verblijft of die waarvan hij onderdaan is kan die uitzonderingen aanvragen.

Deze zwarte lijst van de VN werd door een verordening van de Europese Ministerraad omgezet naar intern Europees recht, maar daarnaast heeft de Europese Unie ook eigen 'zwarte lijsten' in het leven geroepen met gelijkaardige repercussies voor de betrokken individuen. Beide lijsten werden recent nog door de Raad van Europa veroordeeld in een rapport van Dick Marty. Enerzijds oordeelde Marty dat de procedures die worden gehanteerd door de VN Veiligheidsraad en de Europese Unie bij het evalueren van individuen en groepen die verdacht worden van banden met terrorisme volkomen arbitrair zijn. Anderzijds oordeelde Marty dat deze procedures in strijd zijn met tal van fundamentele mensenrechten. Het Europees Hof voor Justitie treedt hen nu in dit laatste argument bij.

Het Hof concludeerde immers in de zaak tegen Kadi en Al Barakaat dat de rechten van de verdediging van personen of groeperingen die op deze lijst staan, geschonden zijn. Zo is het Hof van oordeel dat de Europese Ministerraad wanneer die in uitvoering van beslissingen van de Verenigde Naties iemand op de zwarte lijst zetten, deze personen hiervan op de hoogte moeten brengen. De betrokkenen moeten bovendien het recht hebben om binnen een redelijke termijn kennis te nemen van de redenen waarom ze op de lijst staan en ze moeten daarover gehoord worden. Ten slotte moeten ze ook toegang hebben tot een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie die ultiem over de beschikbare bewijslast kan oordelen. Tot op heden worden bovenstaande juridische waarborgen immers niet nageleefd en is een rechterlijke controle op deze zwarte lijsten afwezig.

Volgens het Hof is er op deze manier ook sprake van een schending van het eigendomsrecht. In principe staat het Hof verregaande maatregelen toe in terrorismezaken, maar er moet een evenwicht blijven tussen het algemene belang dat terroristische aanslagen tracht te verhinderen en de fundamentele rechten van de betrokkenen. Aangezien de betrokkenen in de zaak tegen Kadi en Al Barakaat geen kans kregen om hun zaak toe te lichten bij de bevoegde autoriteiten, kon er ook geen volwaardige rechterlijke toetsing zijn van de proportionaliteit van de maatregel. In die zin oordeelde het Hof dat er een schending is van het eigendomsrecht.

Het Europees Hof voor Justitie heeft bijgevolg de Europese verordening vernietigd in de zaak tegen Kadi en Al Barakaat. Het arrest geldt in principe niet voor de andere personen en organisaties op de zwarte lijst van de VN, maar zal in de praktijk ook voor hen gevolgen hebben. Alle personen en organisaties die op deze lijst zijn geplaatst, worden immers miskend in hun rechten van de verdediging en kunnen dan ook een rechtszaak aanhangig maken bij het Europees Hof voor Justitie. Naar alle waarschijnlijkheid zal het Hof dan een soortgelijk arrest vellen waardoor de Europese Unie gedwongen zal worden om de verordening aan te passen. De Europese Commissie beloofde alvast een nieuwe regeling uit te werken in overleg met de Verenigde Naties.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.