Dataretentie III: “Het arrest laat een dubbel gevoel na”

01 oktober 2024

Het Grondwettelijk hof sprak zich uit over de derde versie van de Dataretentiewet, maar de juridische strijd is nog niet over. “Het arrest laat een dubbel gevoel na”, zegt Liga voor Mensenrechten-advocaat Raf Jespers.

Dit is een analyse van Raf Jespers, advocaat bij Justis Lawyers Group en vrijwillig advocaat voor de Liga voor Mensenrechten:

Aan de ene kant is het belangrijk dat het Hof prejudiciële vragen stelt aan het Hof van Justitie in Luxemburg om na te gaan of het bewaren van verkeersgegevens en locatiegegevens opgelegd aan de operatoren in overeenstemming is met de Europese privacyrichtlijn. Het gaat om twee essentiële discussiepunten in de bescherming van privacy en van de elektronische communicatie vrijheid. Aan de andere kant laat het Hof op diverse punten een naar onze mening (te) verregaande inmenging in de communicatievrijheid toe. Zo motiveert het arrest wat betreft het bewaren van gegevens in geografische zones ‘dat deze inderdaad aanzienlijk zijn, zodat niet uitgesloten is dat het volledige of een groot deel van het grondgebied gedekt is’. Daarbij dan stellen dat dat niet gelijkgesteld moet worden met een algemene en ongedifferentieerde bewaring, is erg betwistbaar en is naar de mening de Liga in strijd met diverse uitspraken van het Hof van Justitie in Luxemburg. Ook de kritiek van de Liga dat de wet veel te ruim is door te bepalen dat  tien verschillende autoriteiten toegang krijgen tot door de operatoren bewaarde gegevens, wordt afgewezen omdat een omzendbrief van de minister nog nader zou bepalen welke autoriteiten toegang kunnen krijgen. De Liga betreurt deze afwijzing omdat zij deze cruciale bepaling van wie toegang krijgt tot gegevens, in handen legt van een eenvoudige omzendbrief van een minister. Ook andere motieven van het arrest staan volgens de Liga op gespannen voet met het respect voor de communicatievrijheid.

Het is de derde keer dat het Grondwettelijk Hof zich over de dataretentiewet uitspreekt. Dit derde arrest gaat in grote mate in tegen de principes over de privacy die in de twee voorgaande arresten werden aanvaard. De Liga hoopt dat het standpunt dat het Europees Hof van Justitie over de prejudiciële vragen zal innemen, alsnog zal leiden tot een scherpere bescherming van het recht op privacy.

Over de Dataretentiewet

De Dataretentiewet verplicht telecomoperatoren om metadata van burgers bij te houden gedurende 12 maanden. Metadata zijn gegevens over telefoongesprekken, berichten en mails. De overheid wil zo dus kunnen opvragen wie naar wie belt, van waar dat gebeurt en op welk moment in de strijd tegen zware criminaliteit.   

De derde versie van de Dataretentiewet kwam er in 2022. In tegenstelling tot de vorige twee, wordt dit keer geen algemene bewaring verwacht. Het gaat hier om een ‘gedifferentieerde bewaring’. De gegevens worden dus enkel in bepaalde geografisch afgebakende en gevoelige gebieden bijgehouden. Om die plaatsen te bepalen wordt rekening gehouden met het criminaliteitscijfer en de cruciale infrastructuur. Denk daarbij aan ziekenhuizen, stations, grensgemeenten, scholen, militaire kazernes, snelwegen, stadhuizen,... In die zones worden dus nog altijd op grote schaal gegevens bijgehouden en wordt elke voorbijganger als potentiële verdachte gezien. Daarom is ook deze versie van de Dataretentiewet een privacygevoelige kwestie.   

De Liga voor mensenrechten dienden daarom samen met la Ligue des Droits Humains verzoekschriften tot de nietigverklaring van de dataretentie-wet van 20 juli 2022 in bij het Grondwettelijk Hof. 

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.