Het politiek activisme “verGASt” door de stad Brussel: een verontrustend signaal
13 september 2012
Op 13 april 2012 drongen 6 activisten vreedzaam de hoofdzetel van de Socialistische Partij (PS) te Brussel binnen, om er een spandoek aan het balkon op te hangen. De actie vond plaats in het kader van de contestatie omtrent de rechteloze toestand van mensen zonder papieren in België. Deze locatie was gekozen, aangezien het niet mogelijk is om te manifesteren aan het bureau van de premier in de Wetstraat (die ligt immers in de “neutrale zone”). De 6 jongeren wilden de passieve houding van de politieke besluitvormers, die ze als een diepe onrechtvaardigheid ervoeren, publiek aankaarten.
Hoewel de actie volledig vreedzaam is verlopen, werden de activisten manu militari verdreven door de politie. Na een administratieve aanhouding van enkele uren werden ze in de loop van de namiddag vrijgelaten. Een paar maanden later kregen de 6 jongeren een Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS) opgelegd door de stad Brussel, op grond van een vermeende “verstoring van de openbare orde”.
Indien dit voorval de voorbode inluidt van een veralgemening van deze praktijk, betekent dit een beduidende achteruitgang van de politieke vrijheden in ons land. Deze penalisering stuurt tevens een weinig motiverend signaal naar de jeugd, waarvan het gebrek aan politiek engagement zo vaak aan de kaak wordt gesteld.
De mogelijkheid van de lokale autoriteiten om hun politiebevoegdheden uit te voeren om de openbare orde te verzekeren, stellen we niet invraag. We verzetten ons daarentegen met klem tegen elk misbruik van deze machtsuitoefening, die een inperking van de fundamentele vrijheid van meningsuiting betekent. Tijdelijke bezettingen, vergezeld van het weergeven van politieke boodschappen, vormen een essentieel onderdeel van de strategie van alle grote contestatiebewegingen om hun aanklachten kenbaar te maken. Van de strijd van de ontluikende arbeidersbeweging aan het einde van de 19e eeuw voor het algemeen stemrecht, via de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, tot alle vredesbewegingen over de hele wereld, was deze actievorm essentieel.
Door de actie van 13 april laatstleden op zulke harde manier te reprimeren, veroordeeltde stad Brussel een politieke expressiemogelijkheid die een essentiële voorwaarde vormt voor het bestaan van een dynamische democratie. Onze politiek moet openstaan en respect tonen voor de vrijheid van meningsuiting van allen, ongeacht hun relatie met de huidige politieke meerderheid.
Dit signaal is niets anders dan een voorbeeld van de tendens om afwijkende meniningen te criminaliseren. Een aantal lokale politieke verantwoordelijken willen op voorhand elke betoging verbieden. De politie aarzelt niet meer om preventieve aanhoudingen te doen om sociale contestatie die ze als hinderlijk beschouwen te vermijden. Het is dat soort criminalisatie van sociale bewegingen die wij aanklagen. Spijtig genoeg heeft België niet het monopolie op dergelijk soort praktijken. Zo heeft het Parlement van Quebec de beruchte “wet 78” gestemd die studentenbetogingen en -stakingen verbiedt onder dreiging van zwareboetes. Deze praktijk zal er toe leiden dat jongeren en minder-jongeren zich afwenden van het publieke leven. Erger, deze praktijk wordt meer en meer een ondergraving van politieke actie.
Ongeacht ieders mening omtrent de standpunten die door deze diverse bewegingen worden ingenomen, is het de taak van elke democraat om zich te verzetten tegen elke obstructie van het recht op vrije meningsuiting.
De beslissing van de stad Brussel met betrekking tot deze actie, toont tevens glashelder de problemen aan die gepaard gaan met de steeds toenemende sanctionering vanwege de lokale autoriteiten d.m.v.GAS-boetes. Deze gemeentelijke administratieve sancties verlenen geen procedurele bescherming, die nochtans gewaarborgd wordt door het strafrecht, vooral op het vlak van onpartijdigheid en duidelijkheid. De gemeentelijke autoriteiten zijn dan ook geen belangeloze partij, aangezien dergelijke boetes de gemeentelijke kas spijzen. Deze lokale bevoegdheid zorgt voor een uiterst onzekere situatie daar het moeilijk te voorspellen valt wat er al dan niet zal worden gepenaliseerd. Verschillen van gemeente tot gemeente, soms ook afhankelijk van de budgettaire situatie van de gemeente in kwestie, zorgen ervoor dat er geen homogene regels zijn in het al dan niet bestraffen van bepaalde handelingen.
Bij het criminaliseren van politieke standpunten via de veralgemening van de GAS-boetes en de gevolgen dat dit met zich meebrengt, plaatsen wij serieuze vraagtekens. Het vervolgen van jongeren die hun politieke opvattingen uiten is een maatschappelijke keuze, erop gericht om het politieke debat uit de weg te gaan. Een deel van de Belgische politiek lijkt, in plaats van oor te hebben naar meningen die leven in de samenleving en het debat aan te gaan, het pad van de sanctionering op te gaan. Dit is niet hoe wij de toekomst tegemoet willen treden. We roepen daarom op om de repressieve gemeentelijke administratie te vervangen door de ontwikkeling van democratische ruimte, die ten volle plaats laat aan het democratische debat.
Kyle Michiels
Ondertekenaars
Deze openbrief werd mede ondertekend door:
- de Liga voor Mensenrechten
- Maite Morren (animo)
- Joc Bruxelles
- Dirk Van der Maelen (sp-a)
- Erik Demeester
- Erik Corijn (VUB)
- Jean-Jacques Jespers (ULB)
- Annemie Schaus (ULB)
- Alexis Deswaef (Ligue des droits de l'homme)
- David Mendez Yepez (FEF)
- Aurélie Decoene (Comac)
- Zoé Genot (ecolo)
- Céline Moreau (Jeunes FGTB)
- Philippe Van Muylder (Secrétaire général FGTB Bruxelles)
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.