Liga vraagt vernietiging van de omzendbrief over de "afkoopwet"
22 augustus 2012
De Liga heeft een verzoekschrift ingediend bij de Raad van State om de vernietiging te bekomen van de gemeenschappelijk omzendbrief d.d. 30/05/2012 van de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal met betrekking tot de verruimde minnelijke schikking in strafzaken.
Hiermee trekken de procureurs-generaals de beslissingsmacht over het sluiten van minnelijke schikkingen in alle economische, financiële, fiscale en sociale fraudedossiers naar zich toe. Het gaat om een Copernicaanse revolutie waarbij zowel onderzoekrechters als strafrechters in feite buitenspel worden gezet vermits het Openbaar Ministerie tot bij de behandeling voor het Hof van Cassatie een uitspraak van de strafrechter kan overrulen. Doordat het Openbaar Ministerie binnenskamers over de opportuniteit en de hoogte van de geldboete beslist loeren willekeur en klassenjustitie om de hoek en wordt afbreuk gedaan aan de scheiding van de machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De tussenkomst van de rechterlijke macht is nochtans broodnodig om onder meer weerstand te bieden aan eventuele druk van sterke economische lobbygroepen op het Openbaar Ministerie.
De omzendbrief regelt essentiële en nieuwe elementen die normaliter alleen door de wetgevende macht kunnen worden geregeld na een behoorlijk parlementair en maatschappelijk debat. Zo bevat de omzendbrief een indicatieve lijst van misdrijven waarvan de straf kan worden afgekocht. Alleen misdrijven die ‘zwaar fysiek geweld’ inhouden, komen niet in aanmerking voor een verruimde minnelijke schikking. De Liga vindt dat alleen het parlement, de wetgevende macht, kan bepalen welke misdrijven al dan niet voor een minnelijke schikking in aanmerking komen gelet op het wettigheidbeginsel in strafzaken, waaraan het Europees Hof zeer gehecht is.
De omzendbrief betekent ook een schending van het gelijkheidsbeginsel vermits bij fiscale misdrijven ten indicatieve titel gedacht wordt aan een geldboete die minimum 10 % van de ontdoken belasting/bijdrage voor natuurlijke personen en 15% voor rechtspersonen beloopt. Dit staat in schril contrast met het feit dat in de inkomstenbelastingen een minimale belastingverhoging van 50% bij fraude geldt. In de BTW bedraagt de boete in geval van fraude zelfs 200%. De tarieven vermeld in de omzendbrief zijn dan ook een kerstgeschenk voor de georganiseerde vermogende fraudeurs. De Liga wenst er tenslotte de aandacht op te vestigen dat de procedure tegen de wet van 14/04/2011 (waarbij in art. 216 bis van het Wetboek van Strafvordering de minnelijke schikking wettelijk wordt geregeld) op 18 september aanstaande voor het Grondwettelijk Hof wordt behandeld.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.