Verzoekschrift bij Raad van State tegen opsluitingsvoorwaarden van vreemdelingen in gesloten centra

21 augustus 2009

Op 8 juni jongstleden werden twee koninklijke besluiten (KB's) aangenomen die het regime en de regels vastleggen die van toepassing zijn in de gesloten centra op het Belgische grondgebied en aan de grens (INAD). Deze KB's verstrengen de levensomstandigheden van de vreemdelingen. Op bepaalde vlakken zijn de detentievoorwaarden strenger dan die van veroordeelde gevangenen. Ze scheppen bovendien onrechtvaardige verschillen in behandeling tussen de personen die aan de grens worden vastgehouden en degene die op het Belgische grondgebied worden vastgehouden. De Ligue des droits de l'Homme, JRS Belgium, Ciré, de Liga voor Mensenrechten en Vluchtelingenwerk Vlaanderen vragen de vernietiging van deze KB's bij de Raad van State.

Deze twee nieuwe Koninklijke Besluiten werden aangenomen als gevolg van de gedeeltelijke vernietiging door de Raad van State van het KB van 2 augustus 2002 betreffende de vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen in de gesloten centra op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken. De centra aan de grens (luchthaven), ook wel INAD-centra genoemd, waar inadmissibles verblijven, vielen buiten het toepassingsgebied van dit besluit. Dit is ook de reden dat de Raad van State op 10 december 2008 het KB van 2 augustus 2002 gedeeltelijk heeft vernietigd.

Na deze uitspraak achtte de regering het noodzakelijk om een afzonderlijk koninklijk besluit uit te vaardigen dat enkel van toepassing is op de INAD-centra omwille van hun specifieke karakter en het verschil in infrastructuur met de andere centra. Gevolg is dat de levensomstandigheden in de INAD-centra erg strikt zijn en verschillen van die in andere gesloten centra. De vrijheid van de vreemdeling wordt er enorm ingeperkt. De bewoners worden 24 uur op 24 binnengehouden zonder een luchtje te kunnen scheppen of een wandeling te maken. Ze genieten niet van dezelfde medische garanties als de vreemdelingen in de andere gesloten centra. Ze kunnen slechts bezoek ontvangen na een afspraak en dit in een apart lokaal van het centrum. Ze beschikken niet over dezelfde informatie betreffende hun detentie en genieten niet van dezelfde garanties op medische, juridische, psychosociale of religieuze begeleiding.
Deze verschillen in behandeling zijn niet redelijk gerechtvaardigd en schenden dus de principes van gelijkheid en non-discriminatie.

Hoewel het koninklijk besluit betreffende de gesloten centra enkele verbeteringen bevat die werden gevraagd door de Raad van State, stellen de organisaties jammer genoeg vast dat de toevoeging en het behoud van een aantal bepalingen de fundamentele rechten van de gedetineerden in de gesloten centra gevoelig inperken. Op sommige vlakken wordt het regime strenger dan dat in de gevangenissen.

De Ligue des droits de l'Homme, CIRÉ, JRS Belgium, de Liga voor Mensenrechten en Vluchtelingenwerk Vlaanderen herinneren eraan dat de meerderheid van de vastgehouden vreemdelingen geen misdaad hebben begaan. Ze zitten niet in voorlopige hechtenis, noch zitten ze een straf uit. Er bestaat dus geen enkele reden om deze personen te onderwerpen aan een echt gevangenisregime.

Bovendien vertaalt de invoering van nieuwe bepalingen vooral een zorg voor veiligheid, waarbij de verbetering van de detentie-omstandigheden en het toezien op het naleven van de rechten en de vrijheden van de vreemdelingen in de gesloten centra uit het oog wordt verloren. De Federale Ombudsman onderstreept in zijn kritische rapport over de werking van de gesloten centra dat vooral aandacht moet worden besteed aan het welzijn van de vreemdelingen in de centra en niet aan de organisatie van de taken van de agenten. De beperkingen van de fundamentele rechten en de autonomie van de vreemdelingen mogen niet gebeuren op grond van de infrastructuur of veiligheidsoverwegingen. Het is belangrijk dat de inbreuken op de individuele vrijheid zich beperken tot wat nodig is om de doelstellingen van de opsluiting te bereiken. Dit blijkt niet het geval te zijn bij de bepalingen die worden opgenomen in de bovenvermelde koninklijke besluiten.

Om al deze redenen dienen de Ligue des droits de l'Homme, CIRÉ, JRS Belgium, de Liga voor Mensenrechten en Vluchtelingenwerk Vlaanderen op 21 augustus een vernietigingsberoep in bij de Raad van State tegen deze reglementeringen.


Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.